- Pleonasme (een dood lijk, een oude grijsaard)
- Tautologie (vast en zeker; maar hij is echter op de fiets!)
- Dubbele ontkenning (ik ontken dat ik geen schuld heb!)
- Contaminatie (de ring kost duur, ik besef me dat dit lastig is)
Lees de theorie op blz. 2 van de reader.
Maak opdracht B (zin 2, 4, 6 t/m 10), C, D, E en F.