In zinnen met een werkwoord dat al een ontkennend karakter heeft (voorkómen, misbruiken, verbieden, weerhouden, nalaten) wordt soms ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.
Voorbeeld:
Hoewel hij door diverse getuigen op de plaats van het delict gesignaleerd was, ontkende de verdachte tijdens het verhoor dat hij niets met het misdrijf te maken had.