Woordenschat hoofdstuk 1 les 2

Woordenschat
Een voorbeeld zoeken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Een voorbeeld zoeken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- herhaling theorie
- leren woordenlijst
- evaluatie 

Slide 2 - Tekstslide

Woordraadstrategie
  • Als je de betekenis van een woord niet kent, dan kun je op verschillende manieren de betekenis 'raden'.
  • Eerder gehad:

- synoniem


Slide 3 - Tekstslide

Wat is een synoniem?

Slide 4 - Open vraag

Een voorbeeld zoeken
  • Ken je de betekenis van een woord niet?


  • Kijk in de tekst of er voorbeelden worden genoemd.


Slide 5 - Tekstslide

Kijk maar eens naar deze zin:


Op het verjaardagsfeest van mijn nicht kregen we allerlei Franse delicatessen, zoals petitfours en meringues (schuimgebakjes).


Van welk woord ken je nu de betekenis?

Welk woord geeft dit aan?

Slide 6 - Tekstslide

Zo zoek je een voorbeeld
  1. Kijk of er in dezelfde zin voorbeelden genoemd worden. Voorbeelden staan soms tussen haakjes, komma's of strepen.
  2. Na de volgende woorden worden vaak voorbeelden genoemd: als, zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van.
  3. Na een dubbele punt (:) vind je soms ook voorbeelden

Slide 7 - Tekstslide

even oefenen
Aan welke woord(en) kun je zien dat er een voorbeeld komt?

Slide 8 - Tekstslide

De meeste synoniemen, zoals de woorden "patat" en "frites", zijn niet zo lastig te benoemen.

Slide 9 - Open vraag

De meeste gerechten, denk aan een vleespastei en een stoofpot, worden met de handen gegeten.

Slide 10 - Open vraag

even oefenen

Waarvan wordt een voorbeeld genoemd?

(dus niet het voorbeeld zelf noemen!)

Slide 11 - Tekstslide

Tijdens het concert is opnameapparatuur, zoals camera's en telefoons, verboden.

Slide 12 - Open vraag

In ontwikkelingslanden zoals Congo, Malawi en Nepal heerst veel armoede

Slide 13 - Open vraag

Op nationale feestdagen, zoals Koningsdag en Bevrijdingsdag, hangen veel mensen de vlag uit.

Slide 14 - Open vraag

Via internet kun je heel wat feestartikelen kopen: feesthoedjes, ballonnen, slingers en confetti.

Slide 15 - Open vraag

En nu zelf

Slide 16 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2
Gezamenlijk 

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk



Woordenschat H1 

Opdracht 3 & 4



timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide