1. Te laat komen
2. Bluffen
3. Op je telefoon kijken
4. Ongeïnteresseerd zijn/overkomen
5. Geen representatieve kleding
6. Constant bewegen (help)
7. Negatief praten over je vorige werkgevers
8. In de 'we'-vorm spreken
9. Over concurrenten praten
10. Kauwgum kauwen