spreken 1 - goede spreekbeurt - intro

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Spreken voor vwo 5

Slide 2 - Tekstslide

Door het woord maken wij de slechten te schande en prijzen wij de goeden. Door het woord voeden wij de onwetenden op en leren wij van de wijzen en verstandigen. Wij mensen beschouwen een passend woord als het beste teken van een juist inzicht. Een betrouwbare, verantwoorde en correcte taal zien wij als de weerspiegeling van een gezonde en betrouwbare geest. Door middel van het woord kunnen wij in discussie treden over betwiste zaken en doordringen in gebieden die nog niet gekend zijn. [...] Het woord is de aanvoerder van al wat wij doen en van al wat wij denken. En men maakt er dan ook meer gebruik van naarmate men meer intelligentie bezit.


~ Isocrates, Nicocles, 5-9. Geciteerd uit Samuel IJsseling, Retoriek en Filosofie, 26-27

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw module
Met behulp van deze module leer je om je mening krachtig te verwoorden. In vijf fasen bereid je een speech voor. In de eerste fase maak je kennis met de klassieke retorica. Vervolgens ga je op zoek naar je taken als spreker. Gedurende de derde fase de structuur en de argumentatie centraal. De vierde fase behandelt de verwoording van je boodschap. Ten slotte komt het spreken aan bod.
In module zijn tal van beeldfragmenten opgenomen ter illustratie. Laat je hierdoor vooral inspireren.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- je maakt kennis met de klassieke retorica;
- je leert om retorische middelen te gebruiken;
- je leert om je publiek te boeien met meer dan alleen de inhoud van je verhaal;
- je leert om non-verbale communicatie in te zetten om je boodschap te versterken.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Eindopdracht:
- je roept op tot actie;
- je houdt in de les een speech van 3-5 minuten;
- je levert de uitgeschreven speech in op de dag dat je je speech houdt;
- in je speech zijn minimaal drie verschillende retorische middelen te herkennen (deze zijn onderstreept in de uitgeschreven speech);
- in je speech moet je gebruik maken van non-verbale middelen;
- de speech wordt gehouden in week van 15 maart.

Slide 7 - Tekstslide

2

Slide 8 - Video

01:46
Wat doet Phil goed?

Slide 9 - Woordweb

02:52
Wat doet Phil nog niet zo goed?

Slide 10 - Woordweb

Voorbeeld van een goede speech

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide