verwijswoorden

1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 8 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

lees het verhaaltje
Mag zij mee?
Zij draaide zich om. Was zij het? Die ze in de verte aan zag komen? Met een betraand gezicht vertelde ze aan haar wat haar ouders besloten hadden. 'Erg jammer, dat het niet mag,' zei ze ontroerd.
Zij lieten het er echter niet bij zitten. Samen gingen ze opnieuw het gesprek aan met haar ouders.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Stukje uit Pinkeltje

Pinkeltje zat voor zijn muizenholletje achter de etenskast en keek in de lege kamer.
‘Tik-tik-tik,’ tikte de grote klok. Telkens als de slinger van de klok heen en weer ging, zei de klok ‘tik.’ Maar wat was dat? Opeens ging de slinger veel langzamer en toen... hoorde Pinkeltje het tikken niet meer. Wat werd het nu stil in de kamer.
‘O, o,’ dacht Pinkeltje, ‘als de klok nu niet meer tikt, weten de vader en de moeder niet meer, hoe laat het is en dan gaat alles verkeerd in het grote huis.’
Pinkeltje riep gauw alle vijf de muisjes en zei: ‘Muisjes, we moeten de klok weer aan het tikken maken, anders gaat het niet goed in het grote huis, dan komt het eten te laat en gaat de vader te laat naar zijn werk en de kindertjes gaan te laat naar bed.’



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ga nu zelf oefenen
Blok 4 
opdrachten 
6 en 7
blz 208

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 6
 a Wie zijn nog maar 24 maanden oud?
  Antwoord: Peuters (r. 7)
 b Wat hadden de kinderen nog nooit eerder gezien?
  Antwoord: dingen (r. 11)
 c Wie proberen te achterhalen welke factoren van invloed zijn op een vroege ontwikkeling van creativiteit?
  Antwoord: De onderzoekers (r. 13)
 d Wat is een paar maanden geleden aan de universiteit van Berkeley uitgevoerd?
  Antwoord: het onderzoek (r. 17).
 e Waar concludeerde men dat volwassenen nog veel van kinderen kunnen leren?
  Antwoord: aan de universiteit van Berkeley (r. 18)
 f Wie lukt dat?
  Antwoord: Peuters (r. 19)
 g Wie beschikken over een aangeboren vermogen om hoeveelheden en aantallen goed in te schatten?
  Antwoord: De onderzochte jongetjes en meisjes (r. 28-29)
 h Wie namen deel aan het experiment?
  Antwoord: De 4- tot 6-jarige kinderen (r. 31)
 i Wie lukt het om wiskundige vraagstukken moeiteloos op te lossen?
  Antwoord: Sommige kinderen (r. 33)
 j Wat is bijzonder?
  Antwoord: toch lukte het hen om wiskundige vraagstukken moeiteloos op te lossen. (r. 34)

Slide 8 - Tekstslide