Taalverzorging H1 (spelling)
Uitleg Hoe spel ik de persoonvorm van slapen?
Tegenwoordige tijd
- Ik-vorm (stam): ik slaap, slaap je
- Enkelvoud: jij slaapt , hij slaapt, slaapt hij (maar: slaap jij)
- Meervoud (hele ww): wij slapen, jullie slapen, zij slapen
Verleden tijd
- Zwakke werkwoorden ('t sexy fokschaap): ik pakte, wij pakten
- Sterke werkwoorden: ik sliep, wij sliepen