NE 2K - TV 2.1 en 2.2 (les 15)

Welkom
Nederlands
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
Bibliotheek 
  • Account aanmaken.
  • Apps downloaden: ebooks en luisterbieb.

Huiswerk
  • Controle

Toets
  • Bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Taalverzorging H1
Herhaling lesdoelen
  • TV 1.1 - Je kunt de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde aanwijzen in de zin.
  • TV 1.2 - Je kunt het samengestelde zinnen herkennen.
  • TV 1.2 - Je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen aanwijzen.
  • TV 1.2 - Je kunt voegwoorden in samengestelde zinnen aanwijzen.
  • TV 1.3 - Je kunt de persoonsvorm goed spellen (in tt en vt).
  • TV 2.1 - Je kunt de woordsoorten benoemen.
  • TV 2.2 - Je kunt samengestelde zinnen maken met een voegwoord.
  • TV 2.3 - ...

Na de herfstvakantie: toets!


Slide 4 - Tekstslide

Taalverzorging H1 en H2
Herhaling lesdoelen
  • Je kunt de woordsoorten (ww, lw, zn, bn, vz) benoemen.

Opdracht
  • Ik: huiswerk controleren
  • Jullie: LessonUp-quiz maken. 

Tip
Let op welke fouten je maakt en maak de opdrachten van die paragraaf nog een keer.

Slide 5 - Tekstslide

Na het avondeten kijk ik GTST.
Benoem de woordsoort van 'na'.
A
voorzetsel
B
lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
anders

Slide 6 - Quizvraag

... je vakantie prettig?
A
Vindt
B
Vind

Slide 7 - Quizvraag

Het spel Fortnite werd door Bert afgebroken.
Benoem het onderwerp
A
Fortnite
B
Bert
C
het spel
D
het spel Fortnite

Slide 8 - Quizvraag

Gisteren .... de politie de demonstranten af.
A
leide
B
leidde
C
leiden
D
leidden

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb goed geleerd, zodat ik een goed cijfer haal en mijn ouders tevreden zijn.
Hoeveel persoonsvormen bevat deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quizvraag

... je broer dat meisje leuk?
A
Vindt
B
Vind

Slide 11 - Quizvraag

Door het lawaai kan Joris de instructie nooit hebben gehoord.
Benoem het gezegd
A
kan
B
kan hebben
C
kan hebben gehoord
D
hebben gehoord

Slide 12 - Quizvraag

Vroeger .... mijn kinderen geen erwtensoep.
A
lustten
B
lusten
C
lusden
D
lusdden

Slide 13 - Quizvraag

Zie je wel dat ik kan skaten.
Is dit een samengestelde zin?
A
Ja, want er staan meer persoonsvormen in.
B
Nee, want er staat geen voegwoord in.
C
Ja, want er staan meer werkwoorden in.
D
Nee, want er staat een voegwoord in ('dat').

Slide 14 - Quizvraag

In het rooster staat bij het volgende uur Nederlands.
Benoem de woordsoorten van alle woorden.

Slide 15 - Open vraag

In het rooster staat bij het volgende uur Nederlands.
Benoem de pv, het ow en het gz.

Slide 16 - Open vraag

Taalverzorging 2.2 (samengestelde zinnen)
Nieuw leerdoel
  • Je kunt zelf samengestelde zinnen maken.
  • Je kunt het voegwoord op de juiste manier gebruiken.

Uitleg
Let op de woordvolgorde.
  • Hij gaat zwemmen. De zon schijnt.
  • Hij gaat zwemmen, omdat de zon schijnt.
  • Omdat de zon schijnt, gaat hij zwemmen.

Slide 17 - Tekstslide

Taalverzorging 2.2 (samengestelde zinnen)
Opdracht
  • Maak opdracht 1-4 (blz 56-57).
  • Extra: Maak opdracht 5 (blz 57).


Slide 18 - Tekstslide

Samen lezen

Slide 19 - Tekstslide