VWO5 4.1 het ontstaan van een statensysteem

4.1 het ontstaan van een statensysteem
Welkom VWO 5!
Ga lekker zitten en pak het boek verhouding erbij
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.1 het ontstaan van een statensysteem
Welkom VWO 5!
Ga lekker zitten en pak het boek verhouding erbij

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les weet je ...
  • ... wat het kernconcept macht inhoudt.
  • ... welke vier verschillende machtsbronnen er zijn.
  • ... wat het verschil tussen formele en informele macht is.
  • ... wat het kernconcept politieke instituties inhoudt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MACHT
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezag
Gezag is macht die als legitiem wordt beschouwd.

Slide 4 - Tekstslide

pagina 42

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies


A
Macht
B
Gezag
C
Geen macht
D
Geen gezag

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Macht
B
Gezag
C
Geen macht
D
Geen gezag

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van iemand met gezag.

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Interne soevereiniteit
1. Er is een regering over een bepaalde groep mensen

2. Er is sprake van een bepaald grondgebied

3. De staat bezit daarbij het gewelds- en belastingmonopolie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jullie mening? Verliezen we soevereiniteit aan de EU?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verhouding
is een hoofdconcept dat verwijst naar de manier waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden en de manier waarop samenleving in sociaal gezin vorm geven aan deze verschillen. Het verwijst ook naar de onderlinge betrekkingen tussen staten. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TWEE KANTEN AAN MACHT
  • Het vermogen om hulpbronnen in zetten om bepaalde doelen te bereiken.

Noot:
- Welke hulpbronnen worden ingezet?
- Welk doel wordt er bereikt?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijne dag vwo-ers!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TWEE KANTEN AAN MACHT
  • Het vermogen om de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.

Noot:
- Welke hulpbronnen worden ingezet?
- Welke handelingsmogelijkheden worden beperkt of vergroot?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  OEFENEN
Leg met behulp van de tekst 
uit dat de kraakbeweging in 
haar glorietijd macht had. 

Gebruik in je uitleg:  
- twee elementen van het 
kernconcept macht;  
- bij elk element een 
voorbeeld uit de tekst. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORD
De kraakbeweging had in de glorietijd macht, omdat ... 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORD
De kraakbeweging had in de glorietijd macht, omdat de kraakbeweging het vermogen had om de media als hulpbron in te zetten. In tekst 5 staat namelijk dat de kraakbeweging beschikte over eigen ‘binnenmedia’, positieve aandacht kreeg in reguliere media en zeer goed in staat was haar boodschap te verkondigen (r. 8-13). Daarnaast kon de kraakbeweging met deze media-aandacht haar doelen bereiken, namelijk aanpak van woningnood en leegstand. In tekst 5 staat dat er uiteindelijke een nieuwe leegstandswet kwam (r. 32-34).

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

HULP-/MACHTSBRONNEN
1. Affectieve machtsbronnen
  • Invloed op basis van gevoel of emoties

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HULP-/MACHTSBRONNEN
1. Affectieve machtsbronnen
2. Cognitieve machtsbronnen
  • Invloed op basis van kennis

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HULP-/MACHTSBRONNEN
1. Affectieve machtsbronnen
2. Cognitieve machtsbronnen
3. Economische machtsbronnen
  • Invloed op basis van geld of het bezit van schaarse goederen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HULP-/MACHTSBRONNEN
1. Affectieve machtsbronnen
2. Cognitieve machtsbronnen
3. Economische machtsbronnen
4. Politieke machtsbronnen
  • Invloed van de overheid of politieke machtsdragers (op basis van wetten).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

TYPEN MACHT
Formele macht
  • Macht die iemand heeft op grond van zijn positie en officieel is vastgelegd in wetten of regels.
  • Bijvoorbeeld: premier Rutte, rector school of politieagent.

Informele macht
  • Macht die niet officieel is vastgelegd in wetten of regels en ontstaat op basis van iemands uitstraling, kennis of charisma.
  • Bijvoorbeeld: leider in je vriendengroep.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FORMEEL OF INFORMEEL?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

POLITIEKE INSTITUTIES
Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.

Twee delen:
  1. Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.
  2. Complex van min of meer geformaliseerde regels die de onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

POLITIEKE INSTITUTIES
Politieke instituties: 
  • Regels zijn formeel vastgelegd en overheid moet ze uitvoeren. 

Voorbeelden:
  • Coalitievorming na de Tweede Kamerverkiezingen.

Let op! 
  • De mensen/bedrijven die de regels hanteren zijn instellingen, de regels die worden gehanteerd zijn de politieke instituties.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

POLITIEKE INSTITUTIES

  • Grondwet
  • Kiesstelsel
  • Coalitievorming
  • Poldermodel
  • Parlementaire democratie
  • Prinsjesdag
  • Koningschap

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Lezen: pagina 90 uit boek verhouding
Maken: opdracht 1 t/m 9 op blz 104 t/m 106
Geen boek mee? 
maak huiswerk of help anderen, maak de opdrachten thuis af
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 Veranderingen in mondiale machtsverhoudingen
Welkom VWO 5!
Ga lekker zitten en pak het boek verhouding erbij

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

*
Voorkomen machtsmisbruik, omschreven in de wet, alle burgers gelijke rechten, geen terugwerkende kracht, overheid moet zich aan de wet houden, trias politica
Fragiele staat
Als een staat niet bij machte is zijn grondgebied te beheersen, noch de veiligheid van zijn burgers te garanderen, omdat hij zijn monopolie op het gebruik van geweld verloren heeft.

Slide 34 - Tekstslide

Ook wel 'falende staat' genoemd.

Zie pagina 97 in het lesboek van Seneca
Ontstaan fragiele staten
  • Veel fragiele staten zijn te vinden op plaatsen waar vroeger een koloniale macht deel uitmaakte.
  • Vaak is er gebrek aan een goed werkende trias politica en bureaucratie
  • Deze staten werden tijdens de Koude Oorlog gesteund door de VS of de Sovjet-Unie
  • Einde van steun leidde tot intrastatelijke conflicten

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijkste onderdelen VN
Algemene Vergadering
VN-Veiligheidsraad
  • Alle lidstaten
  • Kan 'resoluties' aannemen
  • Kan de uitvoering van resoluties niet afdwingen
  • 15 leden (waarvan 10 tijdelijk)
  • Kan de uitvoering van resoluties afdwingen
  • Recht om externe soevereiniteit van staten aan te tasten
  • Kan bindende sancties opleggen

Slide 36 - Tekstslide

Resoluties zijn uitspraken van de meerderheid, die vaak worden aangehaald in het internationaal recht en daarmee een zeker gezag hebben.

5 vaste leden van de VN-Veiligheidsraad: overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog: VS, het VK, Rusland, Frankrijk en China

Zie pagina 98-99 in het lesboek van Seneca
Veiligheidsraad
Belangrijkste orgaan van de VN is de Veiligheidsraad. Deze Vergadering beslist of er ingegrepen moet worden. 
De Veiligheidsraad bestaat uit vijftien leden van de Verenigde Naties, waaronder vijf permanente leden: 
China, Frankrijk, Rusland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. 
De andere tien leden worden voor een termijn van 2 jaar gekozen.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Lezen: paragraaf 4.2 op bladzijde 91-92
Maken: opdracht 10 t/m 19 op blz 106 t/m 109
Geen boek mee? 
Leer voor de toets/ maak huiswerk of help anderen, maak de opdrachten thuis af
timer
15:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies