hoofdstuk 31 en 32

hoofdstuk (30), 31 en 32
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk (30), 31 en 32

Slide 1 - Tekstslide

Vragen
hoofdstuk 25 t/m 30?

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling hoofdstuk 30
Dekkingsbijdrage en bedrijfsresultaat 
Nacalculatie, analyse en beleid 
 Hulpmiddel voor keuze 
Verschil absorption costing en direct costing 

 Kosten en uitgaven 
Opbrengsten en ontvangsten 
Het matchingprincipe 
 Alle varianten op een rij

Slide 3 - Tekstslide

Absorption costing 
Zowel de constante als de variabele kosten worden meegenomen bij de bepaling van de kostprijs van een product of dienst. 
Absorption Costing gaat dus verder dan alleen maar kijken naar de nodige variabele (productie)kosten zoals arbeid en grondstoffen. In deze berekening worden naast de directe materiaal- en arbeidskosten, ook de nodige overheadkosten (constante kosten) meegenomen.

We maken een begroting en vergelijken achteraf met de werkelijkheid.

Slide 4 - Tekstslide

Kostprijsberekening 
Standaard kostprijs = C/N + V/B 

C = Constant 
N = Normaal 
V = Variabel
B = Begroot 

Slide 5 - Tekstslide

Budgetresultaten voorcalculatie
Kan bestaan uit:
Bezettingsresultaat

(heel soms) 
Prijsresultaat 
Efficiencyresultaat 

Slide 6 - Tekstslide

Bezettingsresultaat 
Bezettingsresultaat: (B-N) x C/N

In welke mate worden de constante kosten (naar verwachting) terugverdiend? 

Wanneer de begrote hoeveelheid afwijkt van de normale hoeveelheid is er meer of minder dekking voor de CK.


Slide 7 - Tekstslide

Budgetresultaten nacalculatie
Kan bestaan uit:
Bezettingsresultaat
Prijsresultaat 
Efficiencyresultaat 

Slide 8 - Tekstslide

Efficiencyresultaat (SH-WH) x sp
SH = standaard hoeveelheid 
WH = werkelijke hoeveelheid
sp = standaard prijs (voorcalculatie)

Slide 9 - Tekstslide

Prijsresultaat variabele kosten 
Ook bij de prijzen kunnen zich verschillen voordoen tussen voorcalculatie (toegestaan) en nacalculatie (werkelijk)
(sp-wp) x WH

sp = prijs per kilo/ uur/ ...bij standaard kostprijs 
wp= prijs per kilo/uur/.. werkelijk betaald
WH = werkelijk gebruikte hoeveelheid


Slide 10 - Tekstslide

De onderneming neemt beleidsbeslissingen o.b.v. vergelijking tussen voor- en nacalculatie
Voorbeelden:
*Waarom was de verkoopprijs lager? Te vaak kortingen? Product oké?
*Waarom is de afzet veel hoger dan verwacht? Groeimarkt? P te laag?
*Groot positief efficiencyresultaat op grondstoffen: kostprijs bijstellen?
*Negatief prijsresultaat op loonkosten: teveel dure overuren?

etc. etc.

Slide 11 - Tekstslide

Variabele kostencalculatie
  • Staat ook bekend als Direct Costing
  • Kostprijs en Verkoopprijs gebaseerd op variabele kosten
  • Met de dekkingsbijdrage worden constante kosten terugverdiend en wordt daar bovenop winst gemaakt
  • voorraadwaarde tegen alleen variabele kosten
  • Verkoopprijs berekening risicovol

Slide 12 - Tekstslide

De begrote Nettowinst wordt bij DC als volgt berekend:
  Verkoopprijs (begroot)                                         € ...
- Variabele kosten (toegestaan) per product       € ...
= Dekkingsbijdrage per product (begroot)           € ...    

Totale dekkingsbijdrage (dekkingsbijdrage p.pr. x begrote afzet)   €...
- Constante Kosten (toegestaan)                                                        €...
= Bedrijfsresultaat (begroot)                                                                €...




Slide 13 - Tekstslide

Dekkingsbijdrage wordt ook wel contributiemarge genoemd.


De werkelijke dekkingsbijdrage kan afwijken van de begrote dekkingsbijdrage  -->  resultaat op variabele kosten





Slide 14 - Tekstslide

Nacalculatie, analyse en beleid
 Verschillenanalyse bij DC kan bestaan uit:
  • verschil in verkoopresultaat
  • efficiency- en prijsresultaat op variabele kosten

Géén resultaten op Constante Kosten omdat deze niet in de kostprijs zijn opgenomen (alleen een prijsresultaat kan, maar blijft buiten lesstof)

> beleidsbeslissingen hetzelfde als bij absorbtion costing

Slide 15 - Tekstslide

Hulpmiddel voor keuze
Als een groot deel van de kosten variabel is, kan men met de dekkingsbijdrage bepalen of een opdracht wordt uitgevoerd.  
> beslissingen op de korte termijn

Is ook goed stuurmiddel voor de variabele kosten

Gevaar is dat beslissing de lange termijn beinvloed (constante kosten)





Slide 16 - Tekstslide

Verschil tussen AC en DC
(Absorption- en Direct Costing)

Het resultaat (de winst) van beide methoden is gelijk als de afzet in een periode gelijk is aan de productie





Slide 17 - Tekstslide

Als verkopen < productie           voorraad toename 
minder kosten (kostprijs vd omzet) op de W&V   
bij AC nóg minder kosten dan bij DC 
winst is dan hoger bij AC (t.o.v. DC)

En andersom:

Als verkopen > productie            voorraad afname 
meer kosten (kostprijs vd omzet) op de W&V   
bij AC nóg meer kosten dan bij DC 
winst is dan lager bij AC (t.o.v. DC)

Slide 18 - Tekstslide

Snel verschil in winst berekenen

verschil = 
(eindvoorraad - beginvoorraad) x constante kosten per product

Nb: als de voorraad is gedaald, is de winst bij absorption costing lager dan bij direct costing. 

Slide 19 - Tekstslide

hoofdstuk 32
Kosten en uitgaven
Opbrengsten en ontvangsten
Het matchingprincipe
Alle varianten op een rij

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Permanentie 
  • Wanneer is er sprake van permanentie? 
    Als een onderneming vaker dan eens per jaar een balans en winst en-verliesrekening opstelt. 
  • Wat is het doel? 
    Permanent beschikken over een actueel beeld van de financiële positie en de resultaten van de onderneming.  







Slide 23 - Tekstslide

Transitorische posten: kosten
Wanneer het moment van het maken van kosten en het moment van betaling niet gelijk vallen maken we gebruik van transitorische posten 
vb. premies, abonnementen etc
vb. interest...

Slide 24 - Tekstslide

Uitstel - of anticipatiepost?
Er zijn twee soorten transitorische posten; uitstelposten en anticipatieposten. Bij een uitstelpost wordt de verwerking in de winst-en-verliesrekening UITgesteld. 
Ezelsbruggetje: "voorUIT = Uitgesteld"

Slide 25 - Tekstslide

Accrual-accounting (periodetoerekeningstelsel)
De gevolgen van transactie verwerken in het boekjaar waarin zij zich voordoen en niet wanneer de daarmee samenhangende uitgaven worden gedaan. 
 

Slide 26 - Tekstslide

Kasstelsel
Het moment waarop het geld ontvangen wordt of betaald wordt door de onderneming. Het kasstelsel wordt gebruikt bij het opstellen van de liquiditeitsbegroting of het liquiditeitsoverzicht.

Slide 27 - Tekstslide

Gevolgen
Opbrengsten en inkomsten en Kosten en uitgave kunnen los van elkaar geboekt worden

Slide 28 - Tekstslide

Matchingprincipe
Het matchingprincipe houdt in dat kosten aan de opbrengsten gematcht moeten worden. Dit betekent dat de kosten in dezelfde periode verantwoord moeten worden als waarin de samenhangende opbrengsten worden behaald.

Voorbeeld: inkoopwaarde van de omzet




Slide 29 - Tekstslide

Varianten
Opbrengsten & Ontvangsten.
  • Ontvangsten die (nog) geen opbrengsten zijn (debiteuren, leningen)
  • Ontvangsten die ook opbrengsten zijn
  • Opbrengsten die geen ontvangsten zijn (ontvangen aandelen)

Kosten & Uitgaven
  • Uitgaven die geen kosten zijn  (aflossingen)
  • Uitgaven die ook kosten zijn
  • Kosten die geen uitgaven zijn (afschrijvingen)

Slide 30 - Tekstslide

Samen maken
e31.1/e32.1

Slide 31 - Tekstslide

Maken in de les/huiswerk
z31.1/z31.2/z31.3/e31.2/e31.3
z32.1/e32.2

Slide 32 - Tekstslide