In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
timer
1:00
Literatuur is de spiegel van de maatschappij
Slide 1 - Woordweb
timer
1:00
Middeleeuwen/Middelnederlands
Slide 2 - Woordweb
Middeleeuwen: periodisering
Wanneer: 500-1500
Naam: periode tussen de Klassieke Oudheid (Grieken en Romeinen) en de Renaissance (wedergeboorte schoonheidsidealen Klassieke Oudheid)
Eerste grote veranderingen al rond 1200:
Opkomst steden/burgerij
Macht adel neemt af
Verhalen worden op schrift gesteld
Feodale stelsel/leenstelsel
Leenheer / leenman
Slide 3 - Tekstslide
Vanaf wanneer bestaat literatuur?
Vanaf 1150 bestaat de ‘Nederlandse’ literatuur
Het ‘eerste’ ‘Nederlandse’ zinnetje komt uit deze tijd (±1100):
“Hebban olla vogela nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?”
Zowel ‘eerste’ als ‘Nederlandse’ staat tussen aanhalingstekens, want:- inmiddels zijn er oudere teksten- het is maar de vraag of het Oud-Nederlands is en niet Oud-Engels(Ook de historische letterkunde worden nog steeds nieuwe dingen ontdekt!)
Slide 4 - Tekstslide
Literatuur in de middeleeuwen
Geen standaard-/eenheidstaal:
- Diets
Orale verteltraditie
In de literatuur: trouw en ontrouw in het feodale stelsel
Manuscripten:
- Monniken in hun scriptorium (kopiisten)
- Pas rond 1450 boekdrukkunst
Kunst in opdracht (mecenas/mecenaat)
Veel semi-anonieme bronnen
Verhalen verzameld in ‘handschriften’:
- Hulthemse handschrift
Met o.a. de Abele Spelen
- Comburgse handschrift
Met o.a. Van den vos Reynaerde
- Gruuthuse handschrift
Slide 5 - Tekstslide
Standenmaatschappij
Geestelijke macht: priesters
In de literatuur: heiligenlevens/exempelen
Wereldlijke macht: adel
In de literatuur: ridderromans
Later bij de opkomst van de steden: burgers
In de literatuur: didactisch
Boeren en arbeiders horen bij geen enkele stand
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een ander woord voor leenstelsel?
timer
0:20
Slide 7 - Open vraag
WAT IS EEN BELANGRIJK ONDERWERP IN DE VOORHOOFSE RIDDERROMANS?
timer
0:20
A
Liefde voor het vaderland
B
Liefde voor de vrouw
C
Trouw en ontrouw in het feodale stelstel
D
De eeuwige ruzie tussen leenmannen
Slide 8 - Quizvraag
WAT IS EEN BELANGRIJK ONDERWERP IN DE HOOFSE RIDDERROMANS?
timer
0:20
A
Liefde voor het vaderland
B
Liefde voor de vrouw
C
Trouw en ontrouw in het feodale stelstel
D
De eeuwige ruzie tussen leenmannen
Slide 9 - Quizvraag
Boeren en arbeiders behoren tot
timer
0:20
A
De geestelijke stand
B
Geen enkele stand
C
Burgerlijke stand
D
De adellijke stand
Slide 10 - Quizvraag
Literatuur en taal
Theocentrisch
Luisterliteratuur en middelnederlands
Troubadours
Rijm
Handschrift of codex
Wiegendrukken of incunabelen
Slide 11 - Tekstslide
Literatuur en taal
Anoniem en met naam: functie van literatuur
Diets: overkoepelende term voor allerlei dialecten
Middelnederlands
Slide 12 - Tekstslide
Genres in de middeleeuwen
Liederen
Ridderromans:
- Voorhoofs - Hoofs
Dierenverhalen/fabels
Didactische literatuur
Toneel
Slide 13 - Tekstslide
timer
1:00
Theocentrisch
Slide 14 - Woordweb
Waarom was de middelnederlandse literatuur op rijm?
timer
0:30
Slide 15 - Open vraag
Wat is een handschrift of codex?
timer
1:00
Slide 16 - Open vraag
Wat is Diets?
timer
1:00
Slide 17 - Open vraag
Welke genres bestaan er in de middeleeuwen?
Slide 18 - Open vraag
Voorhoofse of Karelromans
Hoofdrol voor Karel de Grote
Oorsprong Noord-Frankrijk
Historische achtergrond
VB: Karel ende Elegast
VB: Het Roelantslied
Thema's: trouw en ontrouw in het feodale stelsel / moed / eer / geloof
Ridder is vooral vechtersbaas
Slide 19 - Tekstslide
Hoofse romans
Hoofdrol voor Koning Arthur
Oorsprong Noord-Frankrijk
Geen historische achtergrond
VB: Walewein
Thema's: helpen van verdrukten; jonkvrouwen in nood
Ridder is hulpvaardig; rechtvaardig en hoffelijk
Slide 20 - Tekstslide
Voorhoofse/Karelromans
Hoofdrol: Karel de Grote
heeft bestaan; is actief; vecht zelf mee
Thema: trouw/moed/eer
Oorsprong: Noord-Frankrijk
Publiek: adel en ridders in opleiding
Hoofse romans
Hoofdrol: Koning Arthur
Fictief; ronde tafel; laat ridders vechten
Thema: hoofsheid
Oorsprong: Noord-Frankrijk
Publiek: adel en ridders in opleiding
Slide 21 - Tekstslide
Hoofsheid
Hoofsheid is aanbevolen gedragscode voor ridders
Slide 22 - Tekstslide
Wat is niet waar?
timer
0:20
timer
1:00
A
Karelromans komen van oorsprong uit Noord-Frankrijk
B
Het thema van de Karelromans is hoffelijkheid
C
Iedere ridder moet trouw zweren aan de vorst
D
Karel de Grote vecht in de Karelromans actief mee
Slide 23 - Quizvraag
Wat is niet waar?
timer
1:00
timer
0:20
A
Koning Arthur is een fictief personage
B
Ridders in de Hoofse romans zijn echte vechtersbazen
C
Koning Arthur laat zijn ridders vechten en blijft zelf in zijn kasteel
D
Ridders in Hoofse romans helpen verdrukten en jonkvrouwen in nood
Slide 24 - Quizvraag
Didactische literatuur
Hoofse ridderroman
Dierenverhalen/fabels
Voorhoofse ridderroman
Slide 25 - Sleepvraag
Waarin verschilt keizer Karel en koning Arthur?
timer
1:00
Slide 26 - Open vraag
Waaraan kun je zien in ridderromans dat de maatschappij theocentrisch gericht is?
timer
1:00
Slide 27 - Open vraag
1. Over welke Karel gaat Karel ende Elegast?
2. Hoe vaak moet de engel zijn vraag stellen voordat Karel hem geloofde?
3. Hoe noem je een zoektocht die een ridder moet volbrengen om zichzelf te volmaken?
4. Tot welke literatuur behoort Mariken van Nieumeghen?
Karel IV
Karel de Grote
Karel V
1
2
3
4
queeste
avontuur
clerus
geestelijk
dierenverhalen
ridderroman
Slide 28 - Sleepvraag
Memento mori- gedenk te sterven
Theocentrische samenleving
God staat centraal
gevolgen voor de literatuur
Slide 29 - Tekstslide
Het lied in de middeleeuwen
Mondeling overgeleverd
Ballade = danslied
kenmerk: sprongsgewijs verteld
kenmerk: dialogen
kenmerk: herhalingen
Elegie = klaaglied naar aanleiding van de dood van een geliefd persoon
kenmerk: gevoelens van smart en wanhoop
Liederen waren vorm van vermaak waar men samen op kon dansen of naar luisteren.
Slide 30 - Tekstslide
Het middeleeuwse toneel
Bloeiende toneelcultuur Grieken en Romeinen in ME verdwenen. In ME weer bloei
Eerst kerkelijke stukken/later wereldlijke stukken
Doel: goedheid van Maria laten zien (geestelijke literatuur)
Doel: bevolking een spiegel voorhouden
Voorbeeld: Beatrijs/Mariken van Nieumeghen
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Mariken van Niemweghen
Mirakelspel
Mensen geloofden in heksen
Volkstaal
Geestelijke en aardse zaken
Symboliek
Berouw en boetedoen --> vergeving
Slide 33 - Tekstslide
Het is Mariken bespaard gebleven, maar het lot van de heks was doorgaans de brandstapel.
Slide 34 - Tekstslide
1. Hoe weet de lezer dat Moenen de duivel is?
2. Hoeveel jaren leeft ze met de duivel?
3. Wat gaat de duivel Mariken leren?
4.Tot welke literatuur behoort Mariken van Nieumeghen?