Beter lezen 11

Beter lezen 11
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Beter lezen 11

Slide 1 - Tekstslide

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je zakkie in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?
De afspraken

Slide 2 - Tekstslide

Doel:
Een tekst lezen.
De tekst begrijpen.
Vragen kunnen beantwoorden over de tekst.
De tekst na kunnen vertellen.
Beter lezen 

Slide 3 - Tekstslide

1. lezen

2. vertalen

3. onderstreep  
personen
zelfstandige naamwoorden
werkwoorden

4. lezen

5. vragen maken

Slide 4 - Tekstslide

Begrijpend lezen les 11
In de tuin

Slide 5 - Tekstslide

de zon

Slide 6 - Tekstslide

de buik

Slide 7 - Tekstslide

het hemd

Slide 8 - Tekstslide

het bier

Slide 9 - Tekstslide

de tuin

Slide 10 - Tekstslide

de rug

Slide 11 - Tekstslide

Wij lezen het verhaal.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Kies het goede woord!

Slide 14 - Tekstslide

wat is goed?
A
de tuin
B
de buik
C
de zon
D
het hemd

Slide 15 - Quizvraag

wat is goed?
A
de rug
B
de buik
C
het hemd
D
het bier

Slide 16 - Quizvraag

wat is goed?
A
het bier
B
de tuin
C
de zon
D
het hemd

Slide 17 - Quizvraag

wat is goed?
A
het bier
B
de tuin
C
de zon
D
de rug

Slide 18 - Quizvraag

wat is goed?
A
de zon
B
het hemd
C
de tuin
D
de rug

Slide 19 - Quizvraag

wat is goed?
A
de zon
B
het hemd
C
de tuin
D
de rug

Slide 20 - Quizvraag

Wat is goed?

Slide 21 - Tekstslide

het hemd
de zon
de buik
de rug

Slide 22 - Sleepvraag

het hemd
de zon
de tuin
het bier

Slide 23 - Sleepvraag

het hemd
de tuin
de buik
de rug

Slide 24 - Sleepvraag

We lezen het verhaal!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Slide 27 - Tekstslide

Het is woensdag.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Kees is vrij.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Kees werkt in huis.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Het is koud.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Kees doet zijn hemd uit.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Kees stopt om 6 uur.
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Lees de zinnen goed.

Slide 34 - Tekstslide

Welke zin is goed?
A
Kees werkt op school.
B
Kees werkt in de tuin.

Slide 35 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Kees heeft het koud. Kees doet zijn hemd aan.
B
Kees heeft het warm. Kees doet zijn hemd uit.

Slide 36 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Om 6 uur stopt Kees met werken.
B
Om 2 uur stopt Kees met werken.

Slide 37 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Kees drinkt een glas melk.
B
Kees drinkt een glas bier.

Slide 38 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Zijn rug is rood.
B
Zijn rug is bruin.

Slide 39 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Kees slaapt in de tuin.
B
Kees slaapt op zijn buik.

Slide 40 - Quizvraag

We lezen het verhaal!

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Kies het goede woord.

Schrijf het woord op.

Slide 43 - Tekstslide

Kees werkt in de tuin op
maandag/ zondag/ woensdag.

Slide 44 - Woordweb

Het is warm.
De
zon/ regen/ wind
schijnt.

Slide 45 - Woordweb

Kees doet zijn
jas/ sokken/ hemd
uit.

Slide 46 - Woordweb

Kees stopt om
2/ 4/ 6 uur.

Slide 47 - Woordweb

Kees drinkt een glas
melk/ bier/ cola.

Slide 48 - Woordweb

De
arm/ nek/ rug
van Kees doet pijn.

Slide 49 - Woordweb

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

Wij vertellen het verhaal.

Slide 56 - Tekstslide

Heb ik de doelen behaald?
Ik kan de tekst lezen.
Ik begrijp de tekst.
Ik kan vragen beantwoorden over de tekst.
Ik kan de tekst na vertellen.
Hoe was de les?
Wat is mijn huiswerk?
Beter lezen 

Slide 57 - Tekstslide