Hoofdstuk 4 Mengen en Scheiden P 1 t/m 4 (theorie)

H4 Mengen en scheiden
Leerdoelen van vandaag
Aan het einde van de les kan je:
  1. De fasen benoemen en hun kenmerken 
  2. De fase overgangen en hun plaats in het fasediagram aangeven ?
  3. Soorten mengsels met hun kenmerken opnoemen
  4. Weten wat stofeigenschappen zijn
  5. De diverse scheidingsmethoden uitleggen 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Mengen en scheiden
Leerdoelen van vandaag
Aan het einde van de les kan je:
  1. De fasen benoemen en hun kenmerken 
  2. De fase overgangen en hun plaats in het fasediagram aangeven ?
  3. Soorten mengsels met hun kenmerken opnoemen
  4. Weten wat stofeigenschappen zijn
  5. De diverse scheidingsmethoden uitleggen 

Slide 1 - Tekstslide

3 fasen
Vast - Vloeibaar - Gas

Voorbeeld water
IJS   -  WATER  -  GAS

Bekijk thuis dit filmpje
https://www.youtube.com/watch?v=3rX2R4384_8

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Kenmerken fasen
Vast: deeltjes hebben een vaste plek, trekken elkaar stevig aan, ze trillen alleen een beetje, je kan het niet samenpersen en vorm blijft onveranderd

Vloeibaar:  deeltjes hebben geen vaste plek, trekken elkaar nog wel wat aan, trillen harder dan in de vaste fase, je kan het niet samenpersen en de vloeistof vormt zich naar de omgeving (bak en container) waar het in zit

Gas: deeltjes hebben geen vaste plek, trekken elkaar niet aan trillen (bewegen) heel snel, je kan een gas samenpersen en een gas verdeelt zich over de hele ruimte.

Slide 4 - Tekstslide

Overgangen

Het moet uiteindelijk hierop lijken

De termen in dit fase diagram moeten bekend zijn:
Vast naar vloeibaar = Smelten
Vast naar gas = sublimeren
Vloeibaar naar vast = stollen
Vloeibaar naar gas = verdampen
Gas naar vast = rijpen
Gas naar vloeibaar = condenseren


Slide 5 - Tekstslide

Bij de volgende meerkeuze vragen  is de respons tijd 20 seconden

Dus binnen 20 seconden antwoorden
Bij de volgende meerkeuze vragen is de responstijd 20 seconden

 
Dus binnen 20 seconden antwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Hoe heet de overgang van gas naar vast
A
Sublimeren
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Rijpen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet de overgang van vloeistof naar gas
A
Sublimeren
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Rijpen

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet de overgang van gas naar vloeistof
A
Sublimeren
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Rijpen

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet de overgang van vloeistof naar vast
A
Stollen
B
Smelten
C
Condenseren
D
Verdampen

Slide 10 - Quizvraag

Mengsels en zuivere stoffen
Zuivere stoffen bestaan uit een soort deeltjes:  elementen, moleculen of zouten

Elementen: bestaan uit maar 1 soort atomen
Moleculen: bestaan uit 2 of meerder verschillende atomen 
Zouten: bestaan uit 2 of meerdere geladen atomen (= ionen)


Slide 11 - Tekstslide

Mengsels en zuivere stoffen

Mengsels: bestaan uit 2 verschillende soorten deeltjes

Rook: vaste deeltjes in gas
Nevel: vloeistof in gas
Schuim: Gas in vloeistof of vaste stof
Suspensie: vaste deeltjes in vloeistof
Emulsie: vloeistof in vloeistof
Oplossingen: Opgeloste stof in een vloeistof




Slide 12 - Tekstslide

Welk type mengsel is
Ranja
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Rook

Slide 13 - Quizvraag

Welk type mengsel is
de witte laag op bier
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Nevel
D
Schuim

Slide 14 - Quizvraag

Welk type mengsel is
de dood bier (zonder koolzuur)
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Nevel
D
Schuim

Slide 15 - Quizvraag

Welk type mengsel is
zwarte bessen jam
A
Emulsie
B
Rook
C
Suspensie
D
Schuim

Slide 16 - Quizvraag

Welk type mengsel is
Mayonaise
A
Emulsie
B
Rook
C
Suspensie
D
Schuim

Slide 17 - Quizvraag

Mengsels en zuivere stoffen, Stofeigenschappen
Stoffen kan je herkennen aan een combinatie van specifieke eigenschappen:

Fase bij kamertemperatuur
Kleur
Geur
Oplosbaarheid
Kookpunt
Smeltpunt
Elektrische geleidbaarheid
Warmte geleidbaarheid
Dichtheid

BINAS (tabel 15 en16)
smelttraject en een kooktraject zijn eigenschappen die horen bij mengsels


Slide 18 - Tekstslide

Mengsels en zuivere stoffen
Zuivere stoffen bestaan uit een soort deeltjes:  elementen, moleculen of zouten

Mengsels: bestaan uit 2 of meer soorten verschillende deeltjes 

Rook:  vaste deeltjes in gas
Nevel: vloeistof in gas
Schuim:  Gas in vloeistof of vaste stof
Suspensie:  vaste deeltjes in vloeistof
Emulsie: vloeistof in vloeistof
Oplossingen:  Opgeloste stof in een vloeistof

Kenmerken??


Slide 19 - Tekstslide

Mengsels en zuivere stoffen, scheiden
Om een mengsel te scheiden en zo zuivere stoffen te verkrijgen heeft men een aantal technieken

Bezinken
Filtratie
Indampen
Absorptie
Extractie
Destillatie

Je maak telkens gebruik van een verschil in stofeigenschappen, bijvoorbeeld kookpunt, deeltjes grootte, oplosbaarheid

Slide 20 - Tekstslide

Mengsels en zuivere stoffen, scheiden
Techniek                         Gebruik van stofeigenschap(pen)

Bezinken                         Oplosbaarheid, dichtheid
Filtratie                            Oplosbaarheid, deeltjes grootte
Indampen                        Oplosbaarheid, kookpunt
Adsorptie                         Hechtingsvermogen, oplosbaarheid
Extractie                          Oplosbaarheid
Destillatie                         Kookpunt

Je maak telkens gebruik van een verschil in stofeigenschappen, bijvoorbeeld kookpunt, deeltjes grootte, oplosbaarheid, hechtingsvermogen,

Slide 21 - Tekstslide

Termen die je ook moet kennen
  • Destillaat
  • Residu
  • Filtraat 

Slide 22 - Tekstslide

Degene die het aandurven kunnen de opgaven van P1 en P2 van het hoofdstuk 4 maken
Extra uitleg nodig:  Geef dan aan waar je uitleg van nodig hebt

Slide 23 - Tekstslide

Afronding
Leerdoelen van vandaag waren
Kan je:
  1. De fasen benoemen en hun kenmerken ?
  2. De fase overgangen en hun plaats in het fasediagram aangeven ?
  3. Soorten mengsels met hun kenmerken opnoemen ?

Slide 24 - Tekstslide