Er staan twee sneeuwpoppen naast elkaar in de zon. Eén met een jas en één zonder jas. Welke sneeuwpop zal het eerste smelten?
A
De sneeuwpop zonder jas
B
De sneeuwpop met jas
C
Maakt niets uit
1 / 37
volgende
Slide 1: Quizvraag
naMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3
In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Er staan twee sneeuwpoppen naast elkaar in de zon. Eén met een jas en één zonder jas. Welke sneeuwpop zal het eerste smelten?
A
De sneeuwpop zonder jas
B
De sneeuwpop met jas
C
Maakt niets uit
Slide 1 - Quizvraag
programma
bespreken lesdoelen
start nieuw hoofdstuk energie
vlammen & verbranden van brandstof
huiswerk 4 t/m 12
terug kijken
vooruit blikken
Slide 2 - Tekstslide
lesdoelen
De leerling kan aan het einde van de les:
een voorbeeld geven van een energie omzetting.
benoemen wat een verbranding is.
benoemen welke soorten vlammen er zijn en hoe deze ontstaan.
Slide 3 - Tekstslide
hoofdstuk 5: energie
5.1 verbranden
5.2 verwarmen
5.3 brandstof en milieu
5.4 energie omzetten
Slide 4 - Tekstslide
Natuurkunde en energie
Verschillende vormen van energie.
bewegings,- chemische,- geluids,-
gravitatie,- elektrische,- licht,-
kern,- elektromagnetische,- massa,-
warmte,- magnetische,-
Slide 5 - Tekstslide
natuurkunde en energie
energie gaat nooit verloren.
gebruik maken van energieomzetting.
lampje: elektrische energie --> warmte energie + licht energie
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Welke energie omzetting vindt er plaats bij een verbranding van hout?
A
chemische energie --> warmte energie
B
chemische energie --> lichtenergie
C
Chemische energie --> warmte energie + licht energie
Slide 9 - Quizvraag
Welke energie omzetting vindt er plaats in een verbrandingsmotor?
A
chemische energie --> bewegingsenergie
B
chemische energie --> beweging + warmte
C
elektrische energie --> bewegingsenergie
D
elektrische energie --> warmte energie
Slide 10 - Quizvraag
Welke energie omzetting vindt er plaats bij dynamo tijdens het fietsen?
A
bewegingsenergie --> lichtenergie
B
bewegingsenergie --> elektrische energie
C
elektrische energie --> lichtenergie
D
bewegingsenergie --> elektrische energie --> licht energie
Slide 11 - Quizvraag
Welke energieomzetting vindt er plaats in een zonnepaneel
A
licht energie --> warmte energie
B
licht energie --> elektrische energie
C
warmte --> elektrische energie
Slide 12 - Quizvraag
Waar denk je aan bij "verbranden" ?
Slide 13 - Open vraag
verbranding
gasvormige brandstof + zuurstof --> verbrandingsproducten + energie.
vaste of vloeibare brandstoffen moeten eerst gasvormig worden.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Branddriehoek
Ontbrandingstemperatuur: de temperatuur waarbij een brandstof in brand vliegt.
als je van de 3 brandvoorwaarden er 1 weghaalt doof je de brand.
Slide 16 - Tekstslide
Soorten vlammen
Onvolledige verbranding (gele vlam door
gloeiende roetdeeltjes)
Er ontstaat roet en koolstofmono-oxide
door te weinig zuurstof.
Volledige verbranding (blauwe vlam)
Geen rook, meer dan genoeg zuurstof.
Er ontstaat koolstofdioxide en water.
Slide 17 - Tekstslide
zelfstandig werken
maken opdrachten 4 t/m 12
Slide 18 - Tekstslide
energie
brandstof
zuurstof
verbrandingsproducten
Slide 19 - Sleepvraag
Situatie: * luchtschijf dicht * gasregelknop open
A
stille blauwe vlam
B
ruisende blauwe vlam
C
gele vlam
D
geen vlam
Slide 20 - Quizvraag
Welke energie omzetting vind hier plaats?
A
Elektrische energie naar bewegingsenergie
B
Chemische naar warmte energie
C
Chemische naar bewegingsenergie + warmte
D
Elektrische naar warmte energie
Slide 21 - Quizvraag
Welke energie omzetting vind hier plaats?
A
Elektrische naar chemische energie
B
Chemische naar thermische energie
C
Chemische naar bewegingsenergie
D
Elektrische naar stralingsenergie
Slide 22 - Quizvraag
Welke energie omzetting vind hier plaats?
A
Elektrische naar chemische energie
B
Chemische naar thermische energie
C
Chemische naar bewegingsenergie
D
Elektrische naar stralingsenergie
Slide 23 - Quizvraag
Primaire en Secundaire energiebronnen?
Om energie op te wekken heb je een energiebron nodig. Dat kan op 2 manieren: via primaire en secundaire energiebronnen.
Voorbeelden van primaire energiebronnen zijn aardolie, aardgas, steenkool en windkracht.
Elektriciteit is een voorbeeld van een secundaire energiebron -> je hebt een primaire energiebron nodig om elektriciteit te maken.
Het grootste deel van de stroom uit ons stopcontact komt uit elektriciteitscentrales waar primaire energiebronnen gebruikt worden om deze secundaire energiebron op te wekken.
Stroom wordt in een elektriciteitscentrale opgewekt: een primaire energiebron wordt verbrand om energie op te wekken.
Slide 24 - Tekstslide
Fossiele energiebronnen
Gevormd door planten- en dierenresten
Ook wel genoemd: vuile energie of grijze stroom
Voordeel =>
direct te gebruiken
Nadeel =>
voorraad is uitputbaar/raakt op
bij de verbranding komen broeikasgassen vrij
Fossiele energiebronnen zijn:
Steenkool
Aardolie
Aardgas
Broeikasgassen zijn bijv. ->
CO2, Methaan
Deze gassen houden de warmte vast in de dampkring
Slide 25 - Tekstslide
Kernenergie
Energie door splitsing uranium-atomen
Voordelen =>
Uranium is goekope grondstof
Uranium is op veel plaatsen te vinden
Er komen geen broeikasgassen vrij
Nadelen =>
Radioactieve straling
Radioactief afval -> halfwaardetijd
Uranium is grondstof voor atoombommen
Splitsing atomen erg gevaarlijk -> bij fout grote ramp
In Nederland zijn 3 kerncentrales:
- Borssele: hier wordt energie opgewekt
- Putten (niet voor energie)
- Delft (voor onderzoek)
Hakfwaardetijd => de tijd die radioactieve straling nodig heeft om helft van de waarde aan radioactiviteit te bereiken.
Slide 26 - Tekstslide
Duurzame energiebronnen
📌 Andere namen: hernieuwbare enegiebronnen, groene energie,
schone energie.
Voordelen:
raken nooit op
geen broeikasgassen
Nadelen:
productie is niet constant
bij piekmomenten niet genoeg voorraad
Windkracht
Waterkracht
Zonnewarmte
Aardwarmte
Biomassa
Slide 27 - Tekstslide
Windenergie
Windmolenparken
meestal op land, vooral aan de kust
soms op zee = offshore windpark
Bij Egmond aan Zee is een offshore windpark
Bij Urk is een windmolenpark in het IJsselmeer
Nadeel windenergie ->
horizonvervuiling
lawaai
Slide 28 - Tekstslide
Zonne-energie
zonnepaneel vangt energie op
zonnecollector verwarmt hiermee water
Nadeel =>
geeft alleen energie als de zon schijnt
Slide 29 - Tekstslide
Waterkrachtenergie
energie door stromend water
energie door vallend water
door een stuw of dam te bouwen
energie door eb en vloed
Stuwdam
Alleen bij genoeg reliëf zinvol
Stromend water levert ook energie op
In Nederland bij de plaatsen Lith, Linne en Maurik staan centrales om deze energie op te vangen
Energie door het bewegende water bij eb en vloed. Deze vorm van energie wordt in Frankrijk gebruikt bij St Malo. De energie wordt omgezet in een getijdencentrale
Slide 30 - Tekstslide
Aardwarmte: Geothermische energie
warmte uit warmtereservoirs diep in de bodem, bv bij vulkanen
de hoofdstad van IJsland, Reykjavik, wordt met aardwarmte verwarmd
Slide 31 - Tekstslide
Biomassa
belangrijkste energiebron in Nederland -> goedkoop
de helft van de groene energie in NL komt van biomassa
planten- en dierenresten
bv hout, groente/tuinafval, mest
er komt geen extra CO2 in de lucht
=> door verbranding in electriciteitscentrale wordt energie opgewekt