mavo 1 9.1

Herhaling voorkennis
Leerdoelen voorkennis
• Ik weet wat een kwadraat is (uit hoofdstuk 7)
• Ik weet hoe je een kwadraat berekent
• Ik ken de rekenvolgorde 

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling voorkennis
Leerdoelen voorkennis
• Ik weet wat een kwadraat is (uit hoofdstuk 7)
• Ik weet hoe je een kwadraat berekent
• Ik ken de rekenvolgorde 

Slide 1 - Tekstslide

Kwadraat
Let op:

Slide 2 - Tekstslide

Kwadraat
3²                de 2 die erboven hangt betekent: 
                     het getal op de grond keer zichzelf 

3²          =    3 . 3
12²        =    12 . 12
a²          =    a . a
x²          =    x . x

Slide 3 - Tekstslide

Kwadraat met minnen
7²            getal keer zichzelf                                               7²   =   7 . 7   = 49 

(-7)²        door de haakjes moet de min wel meedoen in het kwadraat,
                -7 keer zichzelf                                                    (-7)² = -7 . -7 = 49 

-7²           geen haakjes, de min doet niet mee in het kwadraat, 
                7 keer zichzelf en de min blijft staan          -7²  = -     7 . 7 = - 49 

Slide 4 - Tekstslide

rekenvolgorde
  1. Haakjes (berekenen wat binnen de haakjes staat)
  2. Kwadrateren en wortels (van links naar rechts)
  3. Vermenigvuldigen en delen (van links naar rechts)
  4. Optellen en aftrekken (van links naar rechts)

Voorbeeld:                  (2 + 4)² - 18 : 3² =

Slide 5 - Tekstslide

Volgorde berekeningen
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Slide 6 - Tekstslide

Bereken:
5² =
A
10
B
2.433.199
C
één pond tomaten
D
25

Slide 7 - Quizvraag

Bereken:
(–4)² =
A
- 8
B
- 16
C
8
D
16

Slide 8 - Quizvraag

Bereken:
–3² =
A
- 9
B
- 6
C
6
D
9

Slide 9 - Quizvraag

Bereken:
3 + (1+2)² =
A
19
B
12
C
8
D
6

Slide 10 - Quizvraag

Bereken:
2 . 6 – 6 : 3 =
A
10
B
0
C
24
D
2

Slide 11 - Quizvraag

Bereken:
8 : (4 – 2) . 3 =
A
0
B
- 4
C
12
D
7

Slide 12 - Quizvraag

 leerdoelen § 9.1 regelmaat
Leerdoelen § 9.1 Regelmaat
• Ik weet wat een woordformule is
• Ik herken een tabel met regelmaat
• Ik kan een tabel met regelmaat vullen
• Ik weet wat het vaste bedrag (of de vaste waarde) is
• Ik weet wat de regelmaat is

Slide 13 - Tekstslide

Woordformule
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Slide 14 - Tekstslide

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Hoeveel verdient Joost per dag als er geen auto’s komen?

A
€ 0
B
€ 2
C
€ 5
D
€ 7

Slide 15 - Quizvraag

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Hoeveel verdient Joost per dag als hij 1 auto wast?
A
€ 2
B
€ 5
C
€ 7
D
€ 10

Slide 16 - Quizvraag

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Hoeveel verdient Joost per dag als hij 2 auto’s wast?

A
€ 12
B
€ 9
C
€ 7
D
€ 5

Slide 17 - Quizvraag

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Als Joost één auto per dag meer wast dan verdient
hij € …. meer

A
€ 5
B
€ 0
C
€ 11
D
€ 2

Slide 18 - Quizvraag

Regelmaat
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

We zetten het in een tabel 


Slide 19 - Tekstslide

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
Zie je de regelmaat?

Slide 20 - Tekstslide

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Slide 21 - Tekstslide

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Slide 22 - Tekstslide

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Slide 23 - Tekstslide


A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 24 - Quizvraag


A
7
B
8
C
9
D
2

Slide 25 - Quizvraag


A
6 - 7,5 - 9 - 10,5 - 12
B
7,5 - 9 - 10,5 - 12 - 13,5
C
6 - 7 - 8 - 9 - 10
D
7 - 8,5 - 10 - 11,5 - 13

Slide 26 - Quizvraag


A
0
B
3
C
1,5
D
0,5

Slide 27 - Quizvraag


A
+ 1
B
+ 7
C
+ 6
D
+ 5

Slide 28 - Quizvraag

Herhaling leerdoelen 
Leerdoelen voorkennis
• Ik weet wat een kwadraat is (uit hoofdstuk 7)
• Ik weet hoe je een kwadraat berekent
• Ik ken de rekenvolgorde 

Leerdoelen § 9.1 Regelmaat 
• Ik weet wat een woordformule is
• Ik herken een tabel met regelmaat
• Ik kan een tabel met regelmaat vullen
• Ik weet wat het vaste bedrag (of de vaste waarde) is
• Ik weet wat de regelmaat is

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
  • Begin aan je huiswerk (staat ook in Magister): opdracht 2, 3 en 4 van de voorkennis en 4 tot en met 9 van 9.1
  • Tip: lees de theorie van § 9.1 (gele bladzijde 183) goed door
  • Heb je nog vragen? Blijf dan even in Teams
  • Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 30 - Tekstslide