Voor deze les heb je een telefoon of tablet of ander 2e scherm nodig naast je laptop/computer.
Lukt dit nu niet: open straks een (ander) browserscherm.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 35 min
Onderdelen in deze les
H9 Formules
Voor deze les heb je een telefoon of tablet of ander 2e scherm nodig naast je laptop/computer.
Lukt dit nu niet: open straks een (ander) browserscherm.
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling voorkennis
Leerdoelen voorkennis
• Ik weet wat een kwadraat is (uit hoofdstuk 7)
• Ik weet hoe je een kwadraat berekend
• Ik kent de volgorde van berekeningen
Slide 2 - Tekstslide
Kwadraat
Let op:
Slide 3 - Tekstslide
Kwadraat
3² de 2 die erboven hangt betekent:
het getal op de grond keer zichzelf
3² = 3 . 3
12² = 12 . 12
a² = a . a
x² = x . x
Slide 4 - Tekstslide
Kwadraat met minnen
7² getal keer zichzelf 7² = 7 . 7 = 49
(-7)² door de haakjes moet de min wel meedoen in het kwadraat,
-7 keer zichzelf (-7)² = -7 . -7 = 49
-7² geen haakjes, de min doet niet mee in het kwadraat,
7 keer zichzelf en de min blijft staan -7² = - 7 . 7 = - 49
Slide 5 - Tekstslide
Volgorde berekeningen
Haakjes (berekenen wat binnen de haakjes staat)
Kwadrateren en wortels (van links naar rechts)
Vermenigvuldigen en delen (van links naar rechts)
Optellen en aftrekken (van links naar rechts)
Voorbeeld: (2 + 4)² - 18 : 3² =
Slide 6 - Tekstslide
Volgorde berekeningen
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
Slide 7 - Tekstslide
Telefoon
Voor de volgende slides heb je een telefoon of tablet of ander 2e scherm nodig naast je laptop/computer. Heb je dat niet: open een (ander) browserscherm.
Vul zo meteen je eigen naam in op je telefoon, zodat je herkenbaar bent.
Zoek op je computerscherm het juiste antwoord (A, B, C of D) en toets deze in op je telefoon.
Slide 8 - Tekstslide
Bereken: 5² =
A
10
B
2.433.199
C
één pond tomaten
D
25
Slide 9 - Quizvraag
Bereken: (–4)² =
A
- 8
B
- 16
C
8
D
16
Slide 10 - Quizvraag
Bereken: –3² =
A
- 9
B
- 6
C
6
D
9
Slide 11 - Quizvraag
Bereken: 3 + (1+2)² =
A
19
B
12
C
8
D
6
Slide 12 - Quizvraag
Bereken: 2 . 6 – 6 : 3 =
A
10
B
0
C
24
D
2
Slide 13 - Quizvraag
Bereken: 8 : (4 – 2) . 3 =
A
0
B
- 4
C
12
D
7
Slide 14 - Quizvraag
Telefoon
Quiz gaat straks verder.
Doe je telefoon nog niet weg.
Sluit hetLessonUp scherm nog niet.
Slide 15 - Tekstslide
§ 9.1 Regelmaat
Leerdoelen § 9.1 Regelmaat
• Ik weet wat een woordformule is
• Ik herkent een tabel met regelmaat
• Ik kunt een tabel met regelmaat vullen
• Ik weet wat het vaste bedrag (of de vaste waarde) is
• Ik weet wat de regelmaat is
Slide 16 - Tekstslide
Woordformule
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
Slide 17 - Tekstslide
Telefoon
Pak 'm er maar weer bij
Slide 18 - Tekstslide
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
Hoeveel verdient Joost per dag als er geen auto’s komen?
A
€ 0
B
€ 2
C
€ 5
D
€ 7
Slide 19 - Quizvraag
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
Hoeveel verdient Joost per dag als hij 1 auto wast?
A
€ 2
B
€ 5
C
€ 7
D
€ 10
Slide 20 - Quizvraag
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
Hoeveel verdient Joost per dag als hij 2 auto’s wast?
A
€ 12
B
€ 9
C
€ 7
D
€ 5
Slide 21 - Quizvraag
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
Als Joost één auto per dag meer wast dan verdient hij € …. meer
A
€ 5
B
€ 0
C
€ 11
D
€ 2
Slide 22 - Quizvraag
Telefoon
Quiz gaat straks verder.
Doe je telefoon nog niet weg.
Sluit het LessonUp scherm nog niet.
Slide 23 - Tekstslide
Regelmaat
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
We zetten het in een tabel
Slide 24 - Tekstslide
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
Zie je de regelmaat?
Slide 25 - Tekstslide
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
Slide 26 - Tekstslide
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
Slide 27 - Tekstslide
Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.
Slide 28 - Tekstslide
Telefoon
Pak 'm er maar bij
Slide 29 - Tekstslide
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 30 - Quizvraag
A
7
B
8
C
9
D
2
Slide 31 - Quizvraag
A
6 - 7,5 - 9 - 10,5 - 12
B
7,5 - 9 - 10,5 - 12 - 13,5
C
6 - 7 - 8 - 9 - 10
D
7 - 8,5 - 10 - 11,5 - 13
Slide 32 - Quizvraag
A
0
B
3
C
1,5
D
0,5
Slide 33 - Quizvraag
A
+ 1
B
+ 7
C
+ 6
D
+ 5
Slide 34 - Quizvraag
Herhaling leerdoelen
Leerdoelen voorkennis
• Ik weet wat een kwadraat is (uit hoofdstuk 7)
• Ik weet hoe je en kwadraat berekend
• Ik kent de volgorde van berekeningen
Leerdoelen § 9.1 Regelmaat
• Ik weet wat een woordformule is
• Ik herkent een tabel met regelmaat
• Ik kunt een tabel met regelmaat vullen
• Ik weet wat het vaste bedrag (of de vaste waarde) is
• Ik weet wat de regelmaat is
Slide 35 - Tekstslide
En nu:
Begin aan je huiswerk, dat wordt in het magister gezet
Tip: lees de theorie van § 9.1 (gele bladzijde 183) goed door
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.