MH1 - BS5 Gedrag

1 / 11
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Doelen
  • Je kunt uitleggen wat gedrag is.
  • Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
  • Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 2 - Tekstslide

Gedrag: Alles wat een dier (ook mens) doet, dit bestaat uit handelingen die samen een doel hebben.
Gedrag met de grootste overlevingskans blijft bestaan.

Prikkels komen binnen in zintuigen en worden omgezet in impulsen.
Impulsen worden verwerkt door de hersenen, waarna je kunt reageren.
Het reageren op prikkels heet een respons.

Als gedrag bestaat uit een serie handelingen in vaste volgorde, waarbij het effect van de ene handeling leidt tot een volgende handeling spreken we over een gedragsketen.





Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Je zult het vast wel eens gehoord hebben: “Honger maakt rauwe bonen zoet”. Wat heeft dit met gedrag te maken?

Slide 5 - Open vraag

Lees de tekst in de afbeelding. Spreken wij hier van een
inwendige, of uitwendige prikkel? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Tekstslide

Aangeboren gedrag
Aangeboren gedrag is gedrag dat een dier of mens niet hoeft te leren, maar al vanaf de geboorte heeft.



Slide 7 - Tekstslide

Aangeleerd gedrag

Slide 8 - Tekstslide

Sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag van soortgenoten naar elkaar. 
Mensen en dieren hebben sociaal gedrag.

Slide 9 - Tekstslide

Alcohol
Gedrag kan worden beïnvloed door bepaalde stoffen:
Alcohol: een stof met een verdovende werking, vb. bier, wijn, mixdrankjes etc.
Sommige medicijnen: vb. slaapmiddelen.
Drugs: Vb. paddo’s, wiet, heroïne, lachgas, cafeïne (eigenlijk is alcohol ook een drug).

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? Maak opgave 1 tot en met 8
Hoe?  Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op. 
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
  • Je kunt uitleggen wat gedrag is.
  • Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
  • Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.
Klaar?  Vraag om een nakijkblad. 
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide