Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Passe compose VWO
Programme jeudi 28 septembre
Onderdeel voor leertoets
- verbes irréguliers
- verbes réguliers -
er
- présent et passé composé
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Programme jeudi 28 septembre
Onderdeel voor leertoets
- verbes irréguliers
- verbes réguliers -
er
- présent et passé composé
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
timer
2:00
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat is "le passé composé"?
de passé composé is een
handeling in het verleden
.
en bestaat uit 2 onderdelen:
1. Een vorm van het hulpwerkwoord
avoir
/
être
2. een voltooid deelwoord.
Ik h
eb gelopen / ik ben geweest
Slide 8 - Tekstslide
Hoe maak je de passé composé met
avoir
?
Slide 9 - Tekstslide
STAP 1
Kies voor de passé composé de juiste
vorm van
AVOIR
Slide 10 - Tekstslide
STAP 1
Ik heb = j'
ai
Jij hebt = tu
as
Hij/zij/men heeft = il/elle/on
a
Wij hebben = nous
avons
Jullie hebben / u heeft = vous
avez
zij hebben = ils / elles
ont
Slide 11 - Tekstslide
STAP 2
Maak het voltooid deelwoord
(in dit geval met een werkwoord op -ER)
parler
Slide 12 - Tekstslide
Voltooid deelwoord:
parler
parl
é
Slide 13 - Tekstslide
Voilà! Le passé composé
WW
Passé Composé
Exemple
donner
donné
J'ai donné (ik heb gegeven)
parler
parlé
J'ai parlé (ik heb gesproken)
manger
mangé
J'ai mangé (ik heb gegeten)
Slide 14 - Tekstslide
Uitzonderingen
WW
Passé Composé
Exemple
avoir
eu
J'ai eu (ik heb gehad)
être
été
J'ai été (ik ben geweest)
faire
fait
J'ai fait (ik heb gedaan)
Slide 15 - Tekstslide
Uitzonderingen
WW
Passé Composé
Exemple
avoir
eu
J'ai eu (ik heb gehad)
être
été
J'ai été (ik ben geweest)
faire
fait
J'ai fait
Uit je hoofd leren!
Slide 16 - Tekstslide
J'... voyagé
A
as
B
a
C
ai
D
avons
Slide 17 - Quizvraag
Ils... acheté un billet de train.
A
as
B
avons
C
ont
D
a
Slide 18 - Quizvraag
Vous... joué au tennis.
A
avons
B
avez
C
as
D
a
Slide 19 - Quizvraag
Ils ont (avoir) un accident
A
avez
B
avé
C
ont
D
eu
Slide 20 - Quizvraag
Il a (geweest) malade.
A
était
B
être
C
est
D
été
Slide 21 - Quizvraag
Le passé composé avec
être
Let op:
Als je
vervoegt
met
être
moet je het voltooid deelwoord aanpassen aan het onderwerp.
Elle est arrivé
e
(vr. enk.)
Elles sont arrivé
es
(vr. mv.)
Ils sont arrivé
s
/
nous sommes arriv
és
/ vous êtes arrivé
s
(meervoud)
Slide 22 - Tekstslide
Ma petite soeur ... dans le jardin.
A
est tomber
B
a tombé
C
es tombe
D
est tombée
Slide 23 - Quizvraag
Ils ... à la station de métro Château de Vincennes.
A
a retourné
B
sont retournés
C
est retourné
D
as retourner
Slide 24 - Quizvraag
Mes copains... en vacances
A
sont partis
B
sont parti
C
sont partie
D
est parti
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Devoirs lundi 2 octobre
Document:
Leren présent et passé composé
- verbes avoir, être, faire, aller
- verbes eindigend op -er
Faire exercices
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Passe compose H3
September 2023
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le passé composé v2
Februari 2023
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
VWO 3 - 28 oktober
Oktober 2019
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 2 Hv2 GL
Augustus 2020
- Les met
10 slides
Frans
Week 17 ww er/ir/re présent + p.c.
Mei 2024
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
Herhaling: le passé compsosé
September 2024
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le passé composé (herhaling)
Juni 2022
- Les met
44 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
passé composé
Februari 2024
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1