Slide 4 - Tekstslide
Het oudste zout in de aardkorst bestaat ruim 600 miljoen jaar.
Het ontstond in de eerste zeeën door een scheikundige reactie van gestold gesteente en zuur, beide afkomstig van vulkaan uitbarstingen.
Miljoenen jaren gelden was Nederland een grote binnenzee.
Water verdampte en zout bleef op de bodem achter, dan kwam de zee weer en langzaam ontstonden zoutlagen die dan weer bedekt werden door lagen aarde.
Zo ontstonden de zoutlagen diep onder de grond waar we nu op leven.
Door de komst van de landbouw is de behoefte aan zout in ons voedsel gegroeid.
Vroeger was het vlees uit de jachtopbrengst het voornaamste voedsel, deze dierlijke producten leverden genoeg zout in ons voedsel.
Afrikaanse herders drinken nog steeds bloed van hun runderen om zo hun zout binnen te krijgen
Zouthandel werd vanaf de ijzertijd een begrip.
In de oudheid en in de middeleeuwen was zout erg kostbaar. Nog in de 14e eeuw kon 1 kilo zout de waarde hebben van een half dagloon wat in Rome dan ook gebeurde bij de soldaten, vandaar het woord salaris dat van het Latijnse woord sal (zout) is afgeleid
Zout werd in die tijd ook hoofdzakelijk gebruikt om te conserveren, de bedorven smaak te verbergen (bier was hierbij nodig om de zout hap weg te werken) en om voedingsmiddelen in te bewaren