Spelling het voltooid deelwoord

Het programma
- huiswerk nakijken
- spellingsspel
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het programma
- huiswerk nakijken
- spellingsspel

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Maak oefening 1 t/m 4 vanaf blz. 84.

Slide 2 - Tekstslide

Spelling voltooid deelwoord
- Werk in tweetallen
- De winnaars krijgen allebei een lolly.

BELANGRIJK! 
Lees het volgende eerst goed door!

Slide 3 - Tekstslide

Voltooid deelwoord

Slide 4 - Tekstslide

Doel van deze les:
Aan het einde van deze les ken je de spellingsregels van het voltooid deelwoord.

Slide 5 - Tekstslide

'Luister' naar het woord:
Soms kun je horen hoe je het voltooid deelwoord schrijft:
(bakken)                  Ik heb een taart gebakken.
(eten)                        Daarna hebben we de taart gegeten.
(drinken)                  We hebben er cola bij gedronken.

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je al?
Bij grammatica heb je al geleerd hoe je een voltooid deelwoord kunt herkennen in een zin.
Bekijk het volgende fimpje. Het filmpje duurt iets meer dan 2 minuten..... dat moet lukken! 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Vaak eindigt een voltooid deelwoord op een t-klank. Je schrijft soms een t, soms een d.
Gebruik dan het hulpmiddel: 't ex-kofschip

Slide 9 - Tekstslide

't ex-kofschip
verwennen:
1. de stam is verwenn
2. laatste letter is een n deze zit niet in 't ex-kofschip
3. dus een d --> is verwend

Slide 10 - Tekstslide

't ex-kofschip
missen
1. de stam is miss
2. laatste letter is een s deze zit wel in 't ex-kofschip
3.dus een t --> heb gemist

Slide 11 - Tekstslide

1.Schrijf op: vissen
1. stam
2. laatste letter
3. het voltooid deelwoord

Slide 12 - Open vraag

2. Schrijf op: verhuizen
1. stam
2. laatste letter
3. het voltooid deelwoord

Slide 13 - Open vraag

3. Schrijf op: struikelen
1. stam
2. laatste letter
3. het voltooid deelwoord

Slide 14 - Open vraag

4. Schrijf op: wandelen
1. stam
2. laatste letter
3. het voltooid deelwoord

Slide 15 - Open vraag

5. Schrijf het voltooid deelwoord op:

KAARTEN: Ik heb gisteren met mijn vrienden ……..

Slide 16 - Open vraag

6. Schrijf het voltooid deelwoord op:

SPELEN: We hebben wel drie rondes …………

Slide 17 - Open vraag

7. Schrijf het voltooid deelwoord op:

HUILEN: Toen hij viel, heeft hij hard …...

Slide 18 - Open vraag

8. Schrijf het voltooid deelwoord op:

TROUWEN: Onze beste vrienden zijn vorig jaar …..

Slide 19 - Open vraag

9. Schrijf het voltooid deelwoord op:

VOLGEN: Op de basisschool heb ik een typecursus …….

Slide 20 - Open vraag

10. Schrijf het voltooid deelwoord op:

VERHUIZEN: Een paar maanden geleden zijn we …...

Slide 21 - Open vraag

11. Schrijf het voltooid deelwoord op:

REGENEN: Het heeft al de hele ochtend …...

Slide 22 - Open vraag

12. Schrijf het voltooid deelwoord op:

FIETSEN: Ik heb door de regen ……

Slide 23 - Open vraag

13. Schrijf het voltooid deelwoord op:
KUCHEN: Anna heeft veel _______

Slide 24 - Open vraag

14. Schrijf het voltooid deelwoord op:

TWIJFELEN: Ik heb ontzettend _______


Slide 25 - Open vraag

15. Schrijf het voltooid deelwoord op:

Horen: Mijn broertje heeft de muziek ________.

Slide 26 - Open vraag

16. Schrijf het voltooid deelwoord op:

Gebeuren. Het is gisteren __________

Slide 27 - Open vraag

17. Schrijf het voltooid deelwoord op:

WERKEN: Mijn ouders hebben de hele week …….

Slide 28 - Open vraag

18. Schrijf het voltooid deelwoord op:

LIGGEN: Mijn broertje heeft veel op de bank …..

Slide 29 - Open vraag

19. Schrijf het voltooid deelwoord op:

VERMAKEN: Volgens mij heeft hij zich prima …..

Slide 30 - Open vraag

20. Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 31 - Open vraag

21. Wat is het voltooid deelwoord van 'passen'?

Slide 32 - Open vraag

22. Het voltooid deelwoord van wachten is:

Slide 33 - Open vraag

23. Wat is het voltooid deelwoord van 'protesteren'?

Slide 34 - Open vraag

24. Wat is het voltooid deelwoord van
faxen?

Slide 35 - Open vraag

Samen nakijken!

Slide 36 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
  • Maak oefening 1 t/m 5 vanaf blz. 110
     

Slide 37 - Tekstslide