In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Diversiteit in de samenleving
QUIZ
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent het woord ‘diversiteit’?
A
Iedereen is hetzelfde
B
Mensen verschillen van elkaar in achtergrond, cultuur en gewoontes
C
Diversiteit betekent dat iedereen dezelfde taal spreekt
D
Diversiteit gaat alleen over kleding
Slide 2 - Quizvraag
Welk voorbeeld laat sociale diversiteit zien?
A
Mensen dragen allemaal dezelfde kledingstijl
B
In een klas zitten leerlingen met verschillende achtergronden en gewoontes
C
Iedereen viert hetzelfde feest op dezelfde manier
D
In een dorp wonen alleen mensen van dezelfde familie
Slide 3 - Quizvraag
Welke van deze feesten komt oorspronkelijk niet uit Nederland?
A
Sinterklaas
B
Suikerfeest
C
Koningsdag
D
Bevrijdingsdag
Slide 4 - Quizvraag
Waarom is diversiteit belangrijk in een samenleving?
A
Omdat het zorgt voor meer verschillende ideeën en culturen
B
Omdat iedereen dan hetzelfde moet doe
C
Omdat er dan geen verschillen meer zijn
D
Omdat het verplicht i
Slide 5 - Quizvraag
Welke van deze situaties laat respect voor diversiteit zien?
A
Iemand wordt uitgelachen, omdat hij een andere taal spreekt
B
Een leerling eet apart omdat zijn eten er anders uitziet
C
Een klasgenoot vraagt geïnteresseerd naar de feestdagen van een ander
D
Een groepje leerlingen sluit iemand buiten vanwege zijn geloof
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van culturele diversiteit?
A
Mensen met verschillende hobby’s in een klas
B
Mensen uit verschillende landen met verschillende tradities
C
Mensen met verschillende lievelingskleuren
D
Mensen die allemaal dezelfde sport beoefenen
Slide 7 - Quizvraag
Noem twee manieren waarop je in het dagelijks leven respect kunt tonen voor iemand met een andere achtergrond.
Slide 8 - Open vraag
In Nederland wonen mensen met verschillende culturele achtergronden. Noem een voorbeeld van iets uit een andere cultuur dat je in Nederland vaak tegenkomt.
Slide 9 - Open vraag
Stel dat er een nieuwe leerling in jouw klas komt die nog niet goed Nederlands spreekt. Wat kun jij doen om deze leerling zich welkom te laten voelen?
Slide 10 - Open vraag
Waarom denk je dat het belangrijk is om respectvol om te gaan met diversiteit?