Spelling H6: Los of aan elkaar

Welkom!

timer
15:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

timer
15:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..

  • weet je wanneer je woorden los of aan elkaar moet schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Het belang..
Dameshakken

of 

Dames hakken

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De regels
Je schrijft twee of meer woorden aan elkaar als zij een begrip vormen.

Je doet dit bij:
- Woorden die beginnen met er, hier, daar, waar + voorzetsel

Bijv.:  Daarom, waarover, erop, eronder etc.



Slide 5 - Tekstslide

De regels
Je doet dit bij:
- Samenstellingen die bestaan uit twee of drie woorden.

Bijv.:  Schoenenwinkel, frietkraam, warmwatervoorziening etc.
                     (2)                         (2)                           (3)



Slide 6 - Tekstslide

De regels
Je doet dit bij:
- Getallen tot en met duizend

Bijv.:  vierentwintig, drieënveertigduizend, tweehonderd


Slide 7 - Tekstslide

De regels
Je doet dit bij:
- Twee delen van een splitsbaar werkwoord die in dezelfde volgorde naast elkaar staan als in het hele werkwoord

Bijv.: Toen mijn zusje thuiskwam, heb ik de deur opengedaan.


Slide 8 - Tekstslide

Welke woorden horen aan elkaar?
Wij gaan deze zomer veer tien dagen fietsen in Zuid-Limburg. Mogen de honden dan bij jou logeren? Je moet ze drie keer per dag uitlaten, waar onder één keer in de avond. Ook moet je ze twee keer per dag honden brokken geven. Verder moet je er op letten dat ze beide in hun eigen mandje slapen. Ik geef je er een cadeau bon voor van vijf en zeventig euro.


Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden.
Wij gaan deze zomer veertien dagen fietsen in Zuid-Limburg. Mogen de honden dan bij jou logeren? Je moet ze drie keer per dag uitlaten, waar onder één keer in de avond. Ook moet je ze twee keer per dag honden brokken geven. Verder moet je er op letten dat ze beide in hun eigen mandje slapen. Ik geef je er een cadeau bon voor van vijf en zeventig euro.


Slide 10 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Maak (online): Spelling, §5 Aan elkaar of los?, opdr. 1 t/m 5.


Ben je klaar?
1. Verder lezen in je boek.
2. HW ander vak afmaken.
3. Toets ander vak leren.

Slide 11 - Tekstslide

Evaluatie
  • Doel behaald? 
      
  • Lesinhoud?

  • Hoe verlaat je de les? Vrolijk, neutraal of moe?

Slide 12 - Tekstslide