5.3: Stamboomonderzoek deel 1

5.3: Stamboomonderzoek (Deel 1)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.3: Stamboomonderzoek (Deel 1)

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Leerdoelen
  • Bibliotheek-tijd
  • Instructie met controle-vragen
  • Verwerken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de kans berekenen op een bepaald genotype of fenotype van de nakomelingen bij een monohybride kruising met een dominant en recessief allel bij zowel een autosomaal als een x-chromosomaal gen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Lezen  blz. 154 
Tekstbegripsvragen
1. Hoe noemen we het allel dat tot uiting komt als er twee verschillende allelen aanwezig zijn?
2. Hoe noemen we het allel dat niet tot uiting komt als er twee verschillende allelen aanwezig zijn?
3. Bij beren geldt dat het allel voor een bruine vacht (B) dominant is over het allel voor zwarte vacht (b). Hoe noemen we beren met het genotype BB of bb? En hoe noemen we beren met het genotype Bb?


timer
6:00

Slide 5 - Tekstslide

Een kind van twee gezonde ouders heeft een erfelijke aandoening. Het allel voor deze erfelijke aandoening moet dus aanwezig zijn bij de ouders. Het gen voor deze aandoening ligt op chromosoom 4.
Erft deze erfelijke ziekte dominant of recessief over of is dit niet te bepalen?
A
Dominant
B
Recessief
C
Niet te bepalen

Slide 6 - Quizvraag

Een fruitvlieg met een zwart lichaam wordt gekruist met een fruitvlieg met een grijs lichaam. Alle individuen van de F1 zijn grijs. Deze F1-individuen worden onderling gepaard. Van de 113 individuen van de F2 zijn er 84 grijs en 29 zwart. Hoeveel van de 84 grijze individuen van de F2 zullen er, naar verwachting, heterozygoot zijn?
A
28
B
42
C
56
D
84

Slide 8 - Quizvraag

Bij de mens is het allel voor een kale kruin dominant over het allel voor een normale haargroei. Heterozygote mannen zijn wel kaal, maar heterozygote vrouwen niet. Dit wordt veroorzaakt door de invloed van andere genen. Een bepaalde kale man heeft ouders met een normale haargroei. Was de vader van deze kale man homo of heterozygoot voor de eigenschap haargroei. En zijn moeder?
A
Vader homozygoot moeder homozygoot
B
Vader homozygoot moeder heterozygoot
C
Vader heterozygoot moeder homozygoot
D
Vader heterozygoot moeder heterozygoot

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Is deze aandoening dominant of recessief? Vul je antwoord in de op de volgende slide.

Slide 13 - Tekstslide

Is deze aandoening dominant of recessief (zie vorige slide)?
A
Recessief
B
Dominant
C
Dit is niet af te leiden uit de stamboom

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hemofilie is een ziekte bij de mens, die veroorzaakt wordt door het recessieve allel van een gen op het X-chromosoom. In een bepaalde familie trad deze ziekte al in enkele generaties op. Wanneer in deze familie een vader lijder is aan hemofilie en zijn vrouw noch de ziekte heeft, noch de draagster is kan de ziekte optreden bij:
A
50% van de dochters
B
Alle dochters
C
50% van de zonen
D
Geen van de zonen

Slide 17 - Quizvraag

Verwerken

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Nu kun je uitleggen wat letale allelen zijn.
2. Nu kun je benoemen wat het verschil is tussen dominant, recessief, homozygoot en heterozygoot.
3. Nu kun je in een stamboom aflezen of een eigenschap dominant of recessief is.
4. Nu kun je monohybride kruisingen uitvoeren.

Slide 19 - Tekstslide