Les 12-05

Welcome!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Past simple
Was/Were

Slide 2 - Tekstslide

PLANNING
Planning:

  • Instructie
  • Klassikaal oefenen
  • Zelfstandige opdracht
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Past simple
Was/Were

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.
Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.

Het werkwoord 'to be' (zijn) kun je ook in de verleden tijd zetten: WAS & WERE.


Slide 5 - Tekstslide

 Vraagzinnen was / were
Het lijkt op het Nederlands.
 

Ik was ziek.
Jullie waren thuis.
Zij waren op school.
Was ik ziek?
Waren jullie thuis?
Waren zij op school?
De eerste twee woorden veranderen van plaats. De rest blijft hetzelfde.

Slide 6 - Tekstslide

 Vraagzinnen 
was / were
I
you
he, she, it

we
you
they
was
were
was

were
were
were

Slide 7 - Tekstslide

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 8 - Tekstslide

Je gebruikt de Past Simple als...
A
iets gebeurd is in de toekomst
B
iets iedere dag gebeurt
C
iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
D
iets nog niet gebeurd is

Slide 9 - Quizvraag


..... you happy?
A
was
B
were
C
are

Slide 10 - Quizvraag

..... they in a hurry this morning?

Slide 11 - Open vraag


..... they sick?
A
was
B
were
C
are
D
is

Slide 12 - Quizvraag


We ..... on holiday 2 years ago.
A
was
B
were
C
am
D
are

Slide 13 - Quizvraag

..... they in London last year?

Slide 14 - Open vraag


..... I scared last night?
A
was
B
were
C
am
D
is

Slide 15 - Quizvraag

 Ontkennende zinnen 
was not / were not
Ik was ziek.
Jullie waren thuis.
Zij waren op school.
Ik was niet ziek.
Jullie waren niet thuis.
Zij waren niet op school.
In het Nederlands voeg je het woordje niet of geen toe en de zin is ontkennend.

Slide 16 - Tekstslide

 Ontkennende zinnen was / were
I
you
he, she, it

we
you
they
was not / wasn't
were not / weren't
was not / wasn't

were not / weren't
were not / weren't
were not / weren't

Slide 17 - Tekstslide


We ..... at home yesterday
A
was not
B
were not
C
are not

Slide 18 - Quizvraag


My friend ..... a good student.
A
wasn't
B
weren't
C
isn't

Slide 19 - Quizvraag


The children ..... swimming in the pool.
A
wasn't
B
weren't
C
aren't
D
isn't

Slide 20 - Quizvraag

He ..... a young person.

Slide 21 - Open vraag


Albert Einstein ..... a musician.
A
was not
B
were not
C
is not

Slide 22 - Quizvraag


Yesterday it ..... raining.
A
wasn't
B
weren't
C
isn't

Slide 23 - Quizvraag

It ..... a good concert.

Slide 24 - Open vraag

Zelfstandig werken
Zelfstandig werken met worksheet (Zie Teams)
Tot einde les
Al klaar? Doe wat voor jezelf in stilte totdat iedereen klaar is


timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Noem 2 dingen die je geleerd hebt deze les.

Slide 26 - Open vraag