H4 Chapitre 1 - Mon Quotidien, Écouter A

Mardi 26 septembre 2023


Aujourd'hui tu as besoin de :


Startopdracht:
ton cahier
Herhaal de woordjes van vocabulaire A.
Laat jouw telefoon in jouw zakje en zorg dat je de juiste spullen voor je hebt.
Begin daarna met de startopdracht.  
un stylo
ton livre
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Mardi 26 septembre 2023


Aujourd'hui tu as besoin de :


Startopdracht:
ton cahier
Herhaal de woordjes van vocabulaire A.
Laat jouw telefoon in jouw zakje en zorg dat je de juiste spullen voor je hebt.
Begin daarna met de startopdracht.  
un stylo
ton livre

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programme
  • Les buts
  • Révision du vocabulaire A
  • Écouter A

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les buts
Ik kan over het algemeen de hoofdpunten volgen van een uitgebreide, informele discussie die rondom mij wordt gevoerd.

Ik kan belangrijke feitelijke informatie begrijpen in korte verslagen en artikelen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire A
Les mots de la leçon
les jeux en ligne          de online games
être accro à                    verslaafd zijn aan
gagner                            winnen
perdre                              verliezen
(s’)arrêter                        stoppen

Signaalwoorden in deze woordenlijst
au début                      in het begin                   tijd
en plus                          bovendien                      opsomming / uitbreiding
          let op! de plus en plus = steeds meer
du bout de                   na                                      tijd
en fait                            eigenlijk                           tegenstelling


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vidéo
Geef antwoord op de vragen:
- Hoelang gamen de eerste drie jongens (door de week / in het weekend)? 
- Hoe zorgen games ervoor dat je blijft spelen?
- Wat zegt het meisje over games en het echte leven?
- Welke positieve en negatieve punten over gamen worden er benoemd?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vidéo
Geef antwoord op de vragen:
- Hoelang gamen de eerste drie jongens (door de week / in het weekend)? 
- Hoe zorgen games ervoor dat je blijft spelen?
- Wat zegt het meisje over games en het echte leven?
- Welke positieve en negatieve punten over gamen worden er benoemd?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mon Quotidien
[Contexte]
Jeux vidéo : Environ 2,5 milliards de personnes dans le monde jouent aux jeux vidéo. C’est près de 1 personne sur 3!
Accros : Au Japon ou en Corée du Sud, il existe des hôpitaux spéciaux pour soigner les joueurs accros.


Être accro aux jeux vidéo, c’est une maladie !

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mon Quotidien
Mets les mots dans la bonne phrase. Choisis entre:
accro – addiction - jeux en ligne – arrêter 
Pour permettre aux jouers …(1)… aux jeux vidéo de recevoir* de meilleurs soins, l’Organisation mondiale de la santé (World Health Organisation) a ajouté cette …(2)… à sa liste des maladies. Marc Valleur, psychiatre à Paris: « L’addiction change le reste de l’existence (de la vie). Elle finit par causer* plus de souffrance que de plaisir. La personne veut diminuer* ou même …(3)…, mais n’y arrive pas. Là il s’agit surtout de* …(4)… »

Vocabulaire
Causer = veroorzaken
Diminuer = verminderen
Recevoir = krijgen / ontvangen
S’agir de = gaat over / gaat om


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mon Quotidien
Cherche dans l’alinéa :
- les connecteurs (de signaalwoorden) (2x)
- le passé composé (1x)
« Il ne faut pas diaboliser le jeu vidéo, de plus en plus répandu*, riche et varié. Mais il faut garder* d’autres loisirs (sport, lecture, cinéma…). Aujourd’hui, beaucoup de parents sont (ou ont été) des joueurs : ils sont capables* d’en parler avec leurs enfants. »


Vocabulaire
Être capable – in staat zijn
Garder – houden / behouden
Répandu – wijdverspreid

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Écouter A
p.8

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Écouter A
Souligne (=onderstreep) dans les exercices 2c et 2d
les mots importants.
Attention! Le thème est “les passetemps”

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Écouter A
On va écouter deux fois. 

Réponds aux questions 2c et 2d.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling


« Faire les magasins, ça ne ressemble pas un peu au poker ?
Au début, c’est amusant, mais ensuite, on ne peut plus s’arrêter. »

Slide 14 - Tekstslide

Bespreek: mee eens of niet mee eens
Réponds aux questions

- Quel est ton hobby ?
- Pourquoi est-ce que c'est ton hobby ?
- Quand est-ce que tu fais ton hobby ?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Évaluation

Wat neem je mee naar de volgende les?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Devoirs
Jeudi
Apprendre: vocabulaire C F-N / N-F + herhaal examenidioom 1


Mardi
Apprendre: vocabulaire B F-N / N-F



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies