Middeleeuwen 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Literatuurgeschiedenis

Waarom?

1. Het geeft je inzicht in de wereld van je voorouders.

2. Het leert je om met een andere blik naar de wereld te kijken.

3. Het leert je geschreven bronnen in het verleden in het perspectief  van die tijd te zien.

4. Het leert je om verbanden tussen het verleden en het heden te zien.

5. Je komt in aanraking met andere levensvisies, culturen en tijden.

Voorstel deze les

• Korte terugblik vorige lessen middeleeuwen
• Lezen 'Karel en Elegast' (met toelichting)
• Terugblik huiswerk en vooruitblik
• Verder lezen 'Karel ende Elegast' 

Het motto van de middeleeuwers is

1. memento mori
2. carpe diem
3. consilium et auxilium
4. op hoop van zegen

Wat is in de middeleeuwen de volkstaal?

1. Latijn
2. Diets
3. Duits
4. Bourgondisch

De middeleeuwen

Er is nog geen sprake van "de Nederlanden". Er waren wel

hertogdommen, graafschappen en bisdommen deel uitmakend van het Frankische, Duitse en Bourgondische rijk.

Geen eenheidstaal, wél Latijn en vele vormen van "Diets".

diets

Hoe luidt het eerste zinnetje van de Nederlandse literatuur?

1. Hebban alla vagolo nestas hagunnan hinase hic enda thu, wat unbidan we nu?
2. Hebben alla vogala nestas hagunnan hinase thu enda hic, wat unbidan we nu?
3. Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu, wat unbidan we nu?
4. Hebban olla vogalas nesten hagunnan hinase hic enda thu, wat unbidan we nu?

Wat is het verschil tussen een Karelroman en een Arthurroman?

Hoe vaak roept de engel Karel voordat hij zijn burcht verlaat?

1. 1 keer
2. 2 keer
3. 3 keer
4. 4 keer

We lezen verder

Karel ende Elegast, blz. 13

Huiswerk voor vandaag

• Bekijk filmpje middeleeuwse ridderliteratuur
• Lees uit Kern handboek par. 18 'Gedenk te sterven 1000-1600' (blz. 186-193)
• Maak daarbij opdrachten 1, 4 en 5 (Kern oefenboek blz. 174)

Kijk na: teams - team 4B NE - tabblad 'Bestanden' - map 'Lesmateriaal'

We lezen verder

Karel ende Elegast

(maandag: verhaal uit)

Test

Huiswerk: steekproef

Einde van de les!

De leenman

De leenheer:

Karel de Grote

Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.

De vier plichten van een leenman:

• Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  
• Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  
• Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  
• Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.

De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.