H4-TH4-BS2

Thema 4
BS1 
Indeling van de
levende natuur.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
BS1 
Indeling van de
levende natuur.

Slide 1 - Tekstslide

HELP!! 

Slide 2 - Tekstslide

Vul in de vragenlijst :-) op classroom 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen BS1 (vorige les)
  1. Je hebt een algemeen inzicht in het ontstaan van leven op aarde;
  2. Je kunt onderscheid maken in anorganische en organische stoffen;
  3. Je kunt onderscheid maken tussen autotrofe en heterotrofe organismen;
  4. Je kunt willekeurige organismen indelen in domeinen en rijken;
  5. Je kunt organismen indelen a.d.h.v. hun celkenmerken

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen BS1
biodiversiteit, 
domeinen (bacteriën; archaea; eukaryoten), 
kenmerken, 
organische stoffen, anorganische stoffen, 
autotroof (cyanobacteriën), heterotroof,
prokaryoten, eukaryoten, 
binaire naamgeving: geslachtsnaam, soortaanduiding,
geslacht.

Slide 5 - Tekstslide

BS1: Zet de taxa in de juiste volgorde. Boven in de grootste en onderin de kleinste.
soort (species)
ondersoort (ras)
geslacht (genus)
familie
orde
klasse
stam
rijk
domein

Slide 6 - Sleepvraag

Witte kool (Brassica oleracea var. alba) en Groene kool (Brassica oleracea var. virida) zijn soortgenoten.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Maak gebruik van BINAS 94A

Het Mesozoïcum was het tijdperk waarin de dinosauriers de aarde domineerden.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Maak gebruik van BINAS 94A

In het Cambrium ontstonden de eerste landplanten.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen BS2 
  1. Je kent het onderscheid tussen prokaryoot en eukaryoot
  2. Je kunt een prokaryoot organisme herkennen
  3. Je weet welke domeinen behoren tot de prokaryoten
  4. Je kent de algemene kenmerken van prokaryoten
  5. Je kent de algemene opbouw van een virus

Slide 10 - Tekstslide

Begrippen BS2
arachaea
bacteriën
plasmiden
genetische modificatie
bacteriofagen

Slide 11 - Tekstslide

3 domeinen
- bacterien
- archebacterien
- eukaryoten

5 of 6 rijken
- (eu)bacterien
- archebacterien
- protisten 
- planten
- schimmels
- dieren

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de definitie van de term: prokaryoot?

Slide 13 - Open vraag

Welke rijken behoren tot de prokaryote organismen?
A
bacterien en protisten
B
bacterien en archebacterien
C
bacterien, archebacterien en schimmels
D
bacterien

Slide 14 - Quizvraag

domein: Archaea
rijk: Archaea

- veel overeenkomsten met bacterien
- extremofiel: leven voornamelijk onder extreme omstandigheden (diep in de zee, bij een geothermische bron, zwavelput etc)
- hoofdzakelijk anaeroob
- primitief

Slide 15 - Tekstslide

domein: Bacteria
rijk: eubacteria

- celonderdelen: BINAS 79A
- veel meer biodiversiteit dan bij Archaea
- ongeslachtelijke voortplanting
- zeer klein
- circulair DNA in 
- geen membraangebonden organellen (Golgi, ER, chloroplasten en mitochondrien
- WEL een celwand

Slide 16 - Tekstslide

Voortplanting bij prokaryoten
ongeslachtelijk
mitotische celdelingen
wel: DNA replicatie
niet: vorming van een spoelfiguur

onder optimale condities zeer hoge delingssnelheid: om de 20 minuten

Slide 17 - Tekstslide

Geef voorbeelden van optimale condities voor snelle bacteriële groei.

Slide 18 - Woordweb

Ongeslachtelijke voortplanting leidt tot weinig genetische variatie. Leg dit uit

Slide 19 - Open vraag

De mutatiefrequentie tijdens de DNA-replicatie van het genoom van een bacterie ligt vele malen hoger dan die bij DNA-replicatie van een eukaryoot organisme.
- Geef een nadeel van een hogere mutatiefrequentie
- Geef een voordeel van een hogere mutatiefrequentie

Slide 20 - Open vraag

Snel en handig genetische informatie uitwisselen: plasmiden
Extrachromosomaal
Circulair
Dubbelstrengs
Nuttige genen die snel selectievoordeel opleveren
ZEER nuttig in de bioindustrie

Slide 21 - Tekstslide

Alternatieve wijzen van voortplanting bij bacteriën
Conjugatie
  • uitwisseling van plasmiden tussen soortgenoten
Transformatie
  • opnemen van plasmiden

Slide 22 - Tekstslide

Virussen
Domein: -
Rijk: -

Slide 23 - Tekstslide

Virussen zijn niet ingedeeld in een domein en rijk. Om welke reden is dit?

Slide 24 - Open vraag

Globale opbouw van een virus (BINAS 77A en 77B)
nucleïnezuur
- DNA of RNA
- enkel- of dubbelstrengs
eiwitmantel/capside
- spike-eiwitten

soms een envelop
- koolhydraten
- eiwitten

Slide 25 - Tekstslide

Virale reproductie: ALTIJD afhankelijk van gastheercel
DNA-virus
retrovirus

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent het onderscheid tussen prokaryoot en eukaryoot
  2. Je kunt een prokaryoot organisme herkennen
  3. Je weet welke domeinen behoren tot de prokaryoten
  4. Je kent de algemene kenmerken van prokaryoten
  5. Je kent de algemene opbouw van een virus

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk

  1. Maak van bvj BS1 (opdracht 1-11)

Slide 28 - Tekstslide