BS1: Zet de taxa in de juiste volgorde. Boven in de grootste en onderin de kleinste.
soort (species)
ondersoort (ras)
geslacht (genus)
familie
orde
klasse
stam
rijk
domein
Slide 6 - Sleepvraag
Witte kool (Brassica oleracea var. alba) en Groene kool (Brassica oleracea var. virida) zijn soortgenoten.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Maak gebruik van BINAS 94A
Het Mesozoïcum was het tijdperk waarin de dinosauriers de aarde domineerden.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Maak gebruik van BINAS 94A
In het Cambrium ontstonden de eerste landplanten.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Leerdoelen BS2
Je kent het onderscheid tussen prokaryoot en eukaryoot
Je kunt een prokaryoot organisme herkennen
Je weet welke domeinen behoren tot de prokaryoten
Je kent de algemene kenmerken van prokaryoten
Je kent de algemene opbouw van een virus
Slide 10 - Tekstslide
Begrippen BS2
arachaea
bacteriën
plasmiden
genetische modificatie
bacteriofagen
Slide 11 - Tekstslide
3 domeinen
- bacterien
- archebacterien
- eukaryoten
5 of 6 rijken
- (eu)bacterien
- archebacterien
- protisten
- planten
- schimmels
- dieren
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de definitie van de term: prokaryoot?
Slide 13 - Open vraag
Welke rijken behoren tot de prokaryote organismen?
A
bacterien en protisten
B
bacterien en archebacterien
C
bacterien, archebacterien en schimmels
D
bacterien
Slide 14 - Quizvraag
domein: Archaea
rijk: Archaea
- veel overeenkomsten met bacterien
- extremofiel: leven voornamelijk onder extreme omstandigheden (diep in de zee, bij een geothermische bron, zwavelput etc)
- hoofdzakelijk anaeroob
- primitief
Slide 15 - Tekstslide
domein: Bacteria
rijk: eubacteria
- celonderdelen: BINAS 79A
- veel meer biodiversiteit dan bij Archaea
- ongeslachtelijke voortplanting
- zeer klein
- circulair DNA in
- geen membraangebonden organellen (Golgi, ER, chloroplasten en mitochondrien
- WEL een celwand
Slide 16 - Tekstslide
Voortplanting bij prokaryoten
ongeslachtelijk
mitotische celdelingen
wel: DNA replicatie
niet: vorming van een spoelfiguur
onder optimale condities zeer hoge delingssnelheid: om de 20 minuten
Slide 17 - Tekstslide
Geef voorbeelden van optimale condities voor snelle bacteriële groei.
Slide 18 - Woordweb
Ongeslachtelijke voortplanting leidt tot weinig genetische variatie. Leg dit uit
Slide 19 - Open vraag
De mutatiefrequentie tijdens de DNA-replicatie van het genoom van een bacterie ligt vele malen hoger dan die bij DNA-replicatie van een eukaryoot organisme. - Geef een nadeel van een hogere mutatiefrequentie - Geef een voordeel van een hogere mutatiefrequentie
Slide 20 - Open vraag
Snel en handig genetische informatie uitwisselen: plasmiden
Extrachromosomaal
Circulair
Dubbelstrengs
Nuttige genen die snel selectievoordeel opleveren
ZEER nuttig in de bioindustrie
Slide 21 - Tekstslide
Alternatieve wijzen van voortplanting bij bacteriën
Conjugatie
uitwisseling van plasmiden tussen soortgenoten
Transformatie
opnemen van plasmiden
Slide 22 - Tekstslide
Virussen
Domein: -
Rijk: -
Slide 23 - Tekstslide
Virussen zijn niet ingedeeld in een domein en rijk. Om welke reden is dit?
Slide 24 - Open vraag
Globale opbouw van een virus (BINAS 77A en 77B)
nucleïnezuur
- DNA of RNA
- enkel- of dubbelstrengs
eiwitmantel/capside
- spike-eiwitten
soms een envelop
- koolhydraten
- eiwitten
Slide 25 - Tekstslide
Virale reproductie: ALTIJD afhankelijk van gastheercel
DNA-virus
retrovirus
Slide 26 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kent het onderscheid tussen prokaryoot en eukaryoot