Examentraining Biologie MAVO

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Examentraining mavo

Examen biologie mavo

Examenzittingen

Tijdvak 1: woensdag 21 mei 2025      13:30-15:30 uur

Tijdvak 2: donderdag 19 juni 2025     13:30-15:30 uur

Wat neem je mee naar het biologie examen?

• Een rekenmachine.
• Een (reserve-)pen, tekenpotlood, gum, geodriehoek, arceerstiften en eventueel een woordenboek NED.

• Tijdens je examen mag je NIKS lenen van anderen. 

Aanbevolen YouTube kanaal

Aanbevolen website

Examenoverzicht

Aanbevolen boek om uit te leren

Hier te koop!

Wat moet je KUNNEN en KENNEN?

• Leervaardigheden in de biologie.
• Cellen staan aan de basis.
• Planten en dieren en hun samenhang.
• Het lichaam in stand houden; voeding, genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding.
• Reageren op prikkels.
• Van generatie op generatie.
• Erfelijkheid en evolutie.
• Bescherming en antistoffen.
• Gedrag bij mens en dier.
• Vaardigheden in samenhang.

LEERVAARDIGHEDEN IN DE BIOLOGIE

• het gebruik van tabellen, afbeeldingen en grafieken
• basisrekenvaardigheden(afronden, decimalen, breuken, percentages, eenheid bij berekende grootheid aangeven).
• verbanden leggen tussen begrippen
• organisatieniveaus
• oplossing, onderzoek en conclusies geven

Wat moet je KUNNEN en KENNEN?

Syllabus op examenblad

Welk type vragen kom je tegen?

• Open vragen: aantal punten meestal gelijk aan aantal
    denkstappen (1 of 2 pt)
• Meerkeuze vragen (1 pt)
  
  

Welke denkstappen maak je bij open vragen?

Er zijn verschillende soorten open vragen	Hoe te herkennen?
Feitenkennis	Noem of benoem... Met welke term… Wat is… Schrijf op... Hoe heet.... Geef een omschrijving van …
Verklaring / toelichting	Geef een verklaring voor… Waardoor....
Inzicht	Leg uit…. Bereken…
Mening	Beargumenteer…
Vaardigheden	Formuleer een hypothese Maak een werkplan/voedselketen Beschrijf een werkwijze… Trek een conclusie

Wat is de vraagstructuur?

Instructiewerkwoord + onderwerp + verplicht gegevensgebruik (of noteringsvoorwaarde)

Verklaar + dat Hans moeilijker kan plassen door het littekenweefsel

Naar welk verband wordt gevraagd?

Moet je een oorzaak/ gevolg uitleggen?

Moet je een conclusie trekken uit de gegevens?

Om dit te achterhalen kun je gebruik maken van de signaalwoorden uit de vraag.

Signaalwoorden in de vraag

Signaalwoord in de vraag	Verband	Signaalwoord in het antwoord
Waarom	Reden	Omdat
Waardoor	Oorzaak/gevolg	Doordat
Wat	Definitie/kennis
Leg uit of verklaar	Uitleg	Omdat, doordat, daarom (dit is afhankelijk van de vraag)

Over welk hoofdonderwerp in de biologie gaat deze vraag?

Bedenk bij welk hoofdonderwerp deze vraag hoort. Dit kan je op het juiste spoor zetten voor te gebruiken begrippen in het antwoord -> Nieren (anatomie), uitscheiding en voortplanting

Welke gegevens uit de vraag kan ik gebruiken?

Lees de informatie uit de context (dus de tekst boven de vraag) gericht door om relevante gegevens te vinden die je nodig hebt voor het antwoord.

Arceer eventueel.

Welke gegevens/ kennis moet ik zelf toevoegen?

Bedenk welke kennis je nog moet toevoegen om het antwoord compleet te maken. Bedenk ook welke biologische begrippen waarschijnlijk in het antwoord moeten voorkomen: 

Urinebuis (waar bevindt deze zich?), littekenweefsel

Formuleer nu je antwoord

Herhaal de vraag + neem het signaalwoord dat past bij het verband in de vraag + voeg kennis/hulpmiddel toe (uit de tekst of tabel of tekening).

Littekenweefsel zorgt ervoor dat Hans moeilijker kan plassen omdat het littekenweefsel de urinebuis dichtdrukt waardoor er minder ruimte is (om de urine naar buiten te laten stromen).

Controle

Lees de vraag nog een keer goed door en kijk nog een keer kritisch naar je antwoord. Beantwoord je de vraag eigenlijk wel? Zo niet: pas je antwoord aan

Nog een voorbeeld

Leg met behulp van de afbeelding uit dat vrouwen een grotere kans hebben om blaasontsteking te krijgen dan mannen.

Vrouwen hebben een grotere kans om blaasontsteking te krijgen dan mannen, omdat de urinebuis van een vrouw dichter bij de

anus ligt (dan die van een man)

Onderwerp

Signaalwoord in antwoord

Met behulp van de afbeelding

Veel gemaakte fouten:

- Geen antwoord geven op de vraag (wat is het verschil?)

- Onvolledige antwoorden (gebruik hele zinnen!)

- Alleen vraag herhalen (geen uitleg/nieuwe informatie)

- Te snel naar antwoord willen (werk denkstappen uit!)

- Te weinig of meer redenen of voorbeelden geven dan gevraagd

- Alleen standpunt of mening geven zonder onderbouwing.

www.lerenvoorhetexamen.nl

Maak CE 2023-tijdvak 2

Dit examen gaan we analyseren

en bespreken in de komende 3 lessen.