dinsdag 14 april

15 april
Welkom bij een nieuwe les!
We gaan vandaag oefenen met nieuwe woorden
en zinnen maken,
verder een leestekst met vragen en nog een filmpje 
Veel plezier! 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

15 april
Welkom bij een nieuwe les!
We gaan vandaag oefenen met nieuwe woorden
en zinnen maken,
verder een leestekst met vragen en nog een filmpje 
Veel plezier! 

Slide 1 - Tekstslide

Zinnen maken  met dat    2 = 1 
Ik hoop  dat je gauw beter bent.
Hij zegt dat hij moe is.
Ik heb gehoord dat ze volgende week gaan verhuizen.
    

 Let op de plaats van de werkwoorden! 

Slide 2 - Tekstslide


Ik las op internet dat ....
A
de treinen rijden niet.
B
rijden niet de treinen.
C
niet de treinen rijden
D
de treinen niet rijden

Slide 3 - Quizvraag

We begrijpen dat ...


A
geen tijd je hebt.
B
je tijd geen hebt.
C
je geen tijd hebt.
D
heb je geen tijd.

Slide 4 - Quizvraag

Sarah zegt dat ...


A
veel mensen hebben griep.
B
veel mensen griep hebben
C
griep veel mensen hebben
D
hebben veel mensen griep

Slide 5 - Quizvraag


Ik heb gedroomd dat ....
A
ik een miljoen euro had.
B
ik had een miljoen euro.
C
een miljoen euro ik had.
D
een miljoen euro had ik.

Slide 6 - Quizvraag

Maak de zin goed:
Ik weet dat ..... je hebt geen tijd


Slide 7 - Open vraag

Sofia heeft verteld dat..
naar Nederland ze komt

Slide 8 - Open vraag

We begrijpen dat....

niet wachten wilt u

Slide 9 - Open vraag

zuchten= geluiden die je maakt als je iets niet leuk vindt

de selectie= groep die beter is dan de anderen

Slide 10 - Tekstslide

de bedoeling = wat je wilt dat er gebeurt ( het doel)
de topclub = de beste club

Slide 11 - Tekstslide

het elftal = elf spelers
de profvoetballer = een voetballer die geld verdient met voetballen

Slide 12 - Tekstslide

de onrust = niet rustig
het draait om =
is het allerbelangrijkst

Slide 13 - Tekstslide

gezellig = fijn
terwijl = in dezelfde tijd 
Ik praat terwijl ik leer.

Slide 14 - Tekstslide

                             leestekst: Buitenspel

Slide 15 - Tekstslide

Buitenspel, einde van een droom
Piers moeder loopt zuchtend naar boven. Het is leuk dat Pier zo goed kan voetballen. En het is heel leuk dat hij gevraagd is voor de selectie. Alleen jongens die erg goed zijn mogen meedoen. Het is de bedoeling dat zij later profvoetballer worden. Zodat ze bij een topclub kunnen spelen. En bij het Nederlands elftal. Pier wil dat natuurlijk heel graag. Maar het geeft wel een boel onrust in huis. Alles draait om voetbal. Vorige week is Pier niet eens mee geweest naar oma. Terwijl oma 80 werd en een groot feest gaf. Maar Pier had een belangrijke wedstrijd. Het was vroeger veel gezelliger, denkt Piers moeder.


Slide 16 - Tekstslide

Wat wil Pier later worden?

Slide 17 - Open vraag

Over wie gaat het verhaal?

Slide 18 - Open vraag

Wat vindt de moeder van Pier daarvan?

Slide 19 - Open vraag

onderscheiden = het verschil tussen mensen en dingen zien
het individu = 1 persoon

Slide 20 - Tekstslide

verslijten = oud worden en kapot gaan. Mijn schoenen zijn versleten.
het overblijfsel = wat overblijft
Dit is een overblijfsel van een brug

Slide 21 - Tekstslide

kloppingen = snel kloppen (boem,boem)
Hij heeft last van hartkloppingen
kloppen = goed zijn
Klopt antwoord a?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Wat weet je nu van sterren?
Schrijf drie dingen op:

Slide 25 - Open vraag