verder een leestekst met vragen en nog een filmpje
Veel plezier!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
15 april
Welkom bij een nieuwe les!
We gaan vandaag oefenen met nieuwe woorden
en zinnen maken,
verder een leestekst met vragen en nog een filmpje
Veel plezier!
Slide 1 - Tekstslide
Zinnen maken met dat 2 = 1
Ik hoopdat je gauw beter bent.
Hij zegt dat hij moe is.
Ik heb gehoord dat ze volgende week gaanverhuizen.
Let op de plaats van de werkwoorden!
Slide 2 - Tekstslide
Ik las op internet dat ....
A
de treinen rijden niet.
B
rijden niet de treinen.
C
niet de treinen rijden
D
de treinen niet rijden
Slide 3 - Quizvraag
We begrijpen dat ...
A
geen tijd je hebt.
B
je tijd geen hebt.
C
je geen tijd hebt.
D
heb je geen tijd.
Slide 4 - Quizvraag
Sarah zegt dat ...
A
veel mensen hebben griep.
B
veel mensen griep hebben
C
griep veel mensen hebben
D
hebben veel mensen griep
Slide 5 - Quizvraag
Ik heb gedroomd dat ....
A
ik een miljoen euro had.
B
ik had een miljoen euro.
C
een miljoen euro ik had.
D
een miljoen euro had ik.
Slide 6 - Quizvraag
Maak de zin goed: Ik weet dat ..... je hebt geen tijd
Slide 7 - Open vraag
Sofia heeft verteld dat.. naar Nederland ze komt
Slide 8 - Open vraag
We begrijpen dat....
niet wachten wilt u
Slide 9 - Open vraag
zuchten= geluiden die je maakt als je iets niet leuk vindt
de selectie= groep die beter is dan de anderen
Slide 10 - Tekstslide
de bedoeling = wat je wilt dat er gebeurt ( het doel)
de topclub = de beste club
Slide 11 - Tekstslide
het elftal = elf spelers
de profvoetballer = een voetballer die geld verdient met voetballen
Slide 12 - Tekstslide
de onrust = niet rustig
het draait om =
is het allerbelangrijkst
Slide 13 - Tekstslide
gezellig = fijn
terwijl = in dezelfde tijd
Ik praat terwijl ik leer.
Slide 14 - Tekstslide
leestekst: Buitenspel
Slide 15 - Tekstslide
Buitenspel, einde van een droom
Piers moeder loopt zuchtend naar boven. Het is leuk dat Pier zo goed kan voetballen. En het is heel leuk dat hij gevraagd is voor de selectie. Alleen jongens die erg goed zijn mogen meedoen. Het is de bedoeling dat zij later profvoetballer worden. Zodat ze bij een topclub kunnen spelen. En bij het Nederlands elftal. Pier wil dat natuurlijk heel graag. Maar het geeft wel een boel onrust in huis. Alles draait om voetbal. Vorige week is Pier niet eens mee geweest naar oma. Terwijl oma 80 werd en een groot feest gaf. Maar Pier had een belangrijke wedstrijd. Het was vroeger veel gezelliger, denkt Piers moeder.
Slide 16 - Tekstslide
Wat wil Pier later worden?
Slide 17 - Open vraag
Over wie gaat het verhaal?
Slide 18 - Open vraag
Wat vindt de moeder van Pier daarvan?
Slide 19 - Open vraag
onderscheiden = het verschil tussen mensen en dingen zien
het individu = 1 persoon
Slide 20 - Tekstslide
verslijten = oud worden en kapot gaan. Mijn schoenen zijn versleten.
het overblijfsel = wat overblijft
Dit is een overblijfsel van een brug
Slide 21 - Tekstslide
kloppingen = snel kloppen (boem,boem)
Hij heeft last van hartkloppingen
kloppen = goed zijn
Klopt antwoord a?
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Wat weet je nu van sterren? Schrijf drie dingen op: