übungstest Woche 38
1 / 39
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe spreek je een u in het Duits uit?
als een......
als een......
Slide 3 - Open vraag
Hoe spreek je deze letter uit? ö. Als een......
Slide 4 - Open vraag
Hoe spreek je deze letter uit? ß
Als een......
Als een......
Slide 5 - Open vraag
Vertaal de volgende woorden:
das Jahr
das Jahr
Slide 6 - Open vraag
die Leute
Slide 7 - Open vraag
Tschüs
Slide 8 - Open vraag
der Monat
Slide 9 - Open vraag
woher
Slide 10 - Open vraag
das Handy
Slide 11 - Open vraag
die Woche
Slide 12 - Open vraag
zwanzig
Slide 13 - Open vraag
das Wochenende
Slide 14 - Open vraag
sechs
Slide 15 - Open vraag
zehn
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
....... ist das? (wat is dat?)
Slide 18 - Open vraag
...... alt bist du? (hoe oud ben jij?)
Slide 19 - Open vraag
..... wohnst du? (waar woon jij?)
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Jullie zijn onderweg=
ihr........ unterwegs
ihr........ unterwegs
Slide 22 - Open vraag
Wij hebben
Wir .........
Wir .........
Slide 23 - Open vraag
zij is 15
Sie........... 15
Sie........... 15
Slide 24 - Open vraag
Het is belangrijk =
.......... ......... wichtig
.......... ......... wichtig
Slide 25 - Open vraag
Schrijf de volgende getallen uit in het Duits:
8
8
Slide 26 - Open vraag
5
Slide 27 - Open vraag
10
Slide 28 - Open vraag
13
Slide 29 - Open vraag
12
Slide 30 - Open vraag
20
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Video
Je mag in het Nederlands antwoorden. Uit welk land komt hij?
Slide 33 - Open vraag
Wat studeert Kristina?
Slide 34 - Open vraag
Nassr wil graag "andere Teilnehmer kennenlernen" wat betekent dat?
Slide 35 - Open vraag
Hij zegt: "Ich bin ....... Jahre alt"
Slide 36 - Open vraag
Raad wat het woord "Flughafen" betekent
Slide 37 - Open vraag
Ticket nach Berlin is een
A
film over mensen die Duits leren
B
wedstrijd voor mensen die Duits leren
C
busreis naar Berlijn
D
vliegreis naar Berlijn
