Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Duitse lidwoorden deel 1
Duitse lidwoorden
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Duitse lidwoorden
Slide 1 - Tekstslide
wat zijn Nederlandse lidwoorden?
A
de, het, zijn
B
een, de, dat
C
de, het, een
D
een, geen, wij
Slide 2 - Quizvraag
Duitse lidwoorden zijn:
der, die, das, ein, eine
dat zijn er dus meer dan in het Nederlands!
Slide 3 - Tekstslide
de, het, een
de = der/die
het = das
een = ein/eine
Slide 4 - Tekstslide
de
de man = der Mann (mannelijke woorden)
de vrouw = die Frau (vrouwelijke woorden)
Slide 5 - Tekstslide
de opa =
A
das Opa
B
der Opa
C
die Opa
D
ein Opa
Slide 6 - Quizvraag
de oom =
A
das Onkel
B
die Onkel
C
ein Onkel
D
der Onkel
Slide 7 - Quizvraag
de stier =
A
der Stier
B
das Stier
C
die Stier
D
ein Stier
Slide 8 - Quizvraag
de vrouw =
A
der Frau
B
die Frau
C
das Frau
D
ein Frau
Slide 9 - Quizvraag
de is in het Duits:
A
der/die
B
ein/eine
C
das/die
D
kein/das
Slide 10 - Quizvraag
een =
A
ain/aine
B
eins/eini
C
ein/eine
D
en/ene
Slide 11 - Quizvraag
ein
een man = ein Mann (mannelijke woorden)
een vrouw = eine Frau (vrouwelijke woorden)
Slide 12 - Tekstslide
onthoud:
mannelijke woorden geen e aan het eind:
der Mann, der Opa, der Bruder = ein Mann, ein Opa, ein Bruder
vrouwelijke woorden een e op het eind:
di
e
Frau, di
e
Tante, di
e
Schwester = ein
e
Frau, ein
e
Tante, ein
e
Schwester
Slide 13 - Tekstslide
een vrouw =
A
eine Frau
B
keine Frau
C
ein Frau
D
meine Frau
Slide 14 - Quizvraag
een tante =
A
ein Tante
B
eine Tante
C
meine Tante
D
seine Tante
Slide 15 - Quizvraag
een zus =
A
diene Schwester
B
mein Schwester
C
ein Schwester
D
eine Schwester
Slide 16 - Quizvraag
het = das
het wil zeggen dat het onzijdig is, dus niet mannelijk of vrouwelijk. Bijvoorbeeld het kind = das Kind, het paard = das Pferd
Slide 17 - Tekstslide
het kind =
A
des Kind
B
das Kind
C
kein Kind
D
ein Kind
Slide 18 - Quizvraag
een Kind = ein Kind
Mannelijke en onzijdige woorden krijgen geen e = ein Kind, ein Mann
Ook verkleinwoorden zijn onzijdig!
Het
meisje =
das
Mädchen (het = das). In het Nederlands is dat ook zo: het huisje, het boekje etc.
Slide 19 - Tekstslide
een Kind
A
eine Kind
B
ein Mädchen
C
das Kind
D
ein Kind
Slide 20 - Quizvraag
een oom =
A
ein Onkel
B
das Onkel
C
der Onkel
D
die Onkel
Slide 21 - Quizvraag
een vrouw =
A
die Frau
B
ein Frau
C
eine Frau
D
der Frau
Slide 22 - Quizvraag
een meisje =
A
die Mädchen
B
ein Mädchen
C
der Mädchen
D
das Mädchen
Slide 23 - Quizvraag
tot slot het meervoud, hiervoor gebruiken we ook 'die'
de vrouwen = die Frauen
de mannen = die Männer
de broers = die Brüder
de zussen = die Schwester
Slide 24 - Tekstslide
de mannen =
A
die Mann
B
der Mann
C
die Männer
D
eine Männer
Slide 25 - Quizvraag
de meisjes =
A
die Mädchen
B
eine Mädchen
C
der Mädchen
D
das Mädchen
Slide 26 - Quizvraag
de vrouwen =
A
die Frauen
B
das Frauen
C
eine Frau
D
eine Frauen
Slide 27 - Quizvraag
misschien verwarrend allemaal, maar het komt goed!
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
die Artikel: Lidwoorden (geslacht zelfstandig naamwoord)
January 2021
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
die Artikel: Lidwoorden (geslacht zelfstandig naamwoord)
February 2023
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
die Artikel: Lidwoorden (geslacht zelfstandig naamwoord)
October 2023
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H2c 5.11. wh znw, Lesen + ein/kein
November 2024
- Les met
39 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
die Artikel: Lidwoorden (geslacht zelfstandig naamwoord)
June 2023
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H2 - Snelcursus Familie & Artikel
July 2022
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Geslacht zelfstandig naamwoord
November 2024
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
3T der Gruppe und ein Gruppe
June 2023
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3