Je kunt calorieën omrekenen naar Joule en andersom.
Je kunt een voedingsadvies geven met behulp van een tabel
Je kent de formule om het BMI van een persoon uit te rekenen.
Je kunt uitleggen hoe overgewicht en ondergewicht ontstaat
Huiswerk T2 B4
Opdr. 1 t/m 9, 4k
OF uitdaging
Opdr. t/m 10, 4k
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
B4 Gezonde voeding
Jas in je kluis
Spullen op tafel
Laptop/Leerwerkboek
Schrift
Tas van tafel
Lees blz. 114-119
timer
5:00
Kennen/Kunnen
Je kunt calorieën omrekenen naar Joule en andersom.
Je kunt een voedingsadvies geven met behulp van een tabel
Je kent de formule om het BMI van een persoon uit te rekenen.
Je kunt uitleggen hoe overgewicht en ondergewicht ontstaat
Huiswerk T2 B4
Opdr. 1 t/m 9, 4k
OF uitdaging
Opdr. t/m 10, 4k
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
+1 cm2 spiekbriefje = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per keer dat je dit verdient wordt dat 1 cm meer, tot een max van 4 bij 4 cm groot.
1/3 +0.5 = Als je deze 3 keer verdiend mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. Je krijgt zelf 2 V's (3 V's levert een 1/3 +0,5 op)
Helaas = Je krijgt maar 1 V.
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
2/1 kruisjes = Een kruisjes is een X, als je hier 3 van hebt, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je krijgt geen straf
Slide 2 - Tekstslide
Welke voedingsstof kan de MINSTE verschillende taken uitvoeren?
A
Vetten
B
Eiwitten
C
Vitaminen
D
Water
Slide 3 - Quizvraag
Iemand met de ziekte coeliakie kan geen gluten verdragen. Gluten is een eiwit dat voorkomt in granen. Bij iemand met coeliakie beschadigt de darmwand van de dunne darm als gevolg van gluten (zie afbeelding).
Leg uit dat hierdoor het lichaamsgewicht van een coeliakiepatiënt te veel kan afnemen.
Slide 4 - Open vraag
Welke functie(s) heeft de maag?
A
Voedsel verteren
B
Voedsel opnemen
C
Zowel antwoord A als B
D
Antwoord A en B beide niet
Slide 5 - Quizvraag
Wat doet een voedingsstof als deze brandstof is?
Slide 6 - Open vraag
Energie in voedsel
Voedsel bevat energie Energie kun je meten
Joule (kJ)
Calorie (kcal)
1 kcal = 4,2 kJ
? kcal x 4,2 = ? kJ en ? kJ/4,2 = ? kcal
Slide 7 - Tekstslide
Een Boterham bevat 82,6 kcal energie. Een flesje Cola bevat 205 kcal energie Hoeveel kJ energie bevatten ze samen? Rond af op 2 decimalen (alleen getallen)
Slide 8 - Open vraag
Energiebehoefte
Energiebehoefte = hoeveel energie (kcal) je nodig hebt
sekse
leeftijd
lichaamsbouw
lichamelijke inspanning
Mannen hebben meer energie nodig dan vrouwen.
Uitgaande van een man en vrouw waarbij de andere 3 criteria (leeftijd, lichaamsbouw, lichamelijke inspanning) hetzelfde zijn
Mensen tussen de 14 en 30 hebben meer energie nodig dan jongere en oudere mensen.
Vooral tijdens de puberteit is veel energie nodig > veel groei en ontwikkelingen.
Een bejaarde heeft relatief weinig energie nodig
Een groter lichaam heeft meer energie nodig dan een kleiner lichaam.
Groter kan betekenen: Langer, zwaarder of gespierder
Iemand die zich veel inspant heeft daarvoor meer energie nodig.
Voorbeelden van lichamelijke inspanning: (veel) sporten, werk waarbij je veel moet bewegen, erg actief zijn
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de hoofdreden dat een baby weinig energie nodig heeft?
A
Zijn leeftijd
B
Zijn sekse
C
Zijn lichamelijke inspanning
D
Zijn lichaamsbouw
Slide 10 - Quizvraag
Over/ondergewicht
Geen verandering = je eet evenveel als je energiebehoefte
Afvallen = je eet minder dan je energiebehoefte
Te vaak > ondergewicht
Aankomen = Je eet meer dan je energiebehoefte
Te vaak > overgewicht
Hoeveel kcal per dag?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
BMI
Body Mass Index = BMI
<20 = te laag/ondergewicht
20 - 25 = gezond gewicht
>25 = te hoog/overgewicht
>30 = veel te hoog/extreem overgewicht
BMI=lengte2(m)gewicht(kg)
De waarden hierboven worden voor een volwassene gebruikt!
Voor kinderen worden andere waarden gebruikt.
Daarvoor kijk je in de tabel, als je eigen BMI uitkomt tussen de waarden in de tabel dan heb je een gezond gewicht.
Je hoeft de waarden van kinderen niet te leren! Je moet wel voor een volwassene weten welke waarden gezond zijn
!
Slide 13 - Tekstslide
Idris weegt 50 kg en is 1,30 m lang. Wat is zijn BMI? rond af op 2 decimalen
Slide 14 - Open vraag
Hans is bodybuilder. Hij gaat 5x per week sporten om in vorm te blijven. Daarnaast eet hij veel om voldoende calorieën binnen te krijgen. Hans is 180 cm lang en weegt 100 kg. Leg uit, heeft Hans een gezond gewicht?
Slide 15 - Open vraag
Ga aan de slag met: T2 B4
Lezen blz. 114 t/m 124
Opdr. 1 t/m 9, 4k
OF uitdaging
Opdr. 1, 3 t/m 10, 4k
Opdr. 1 en 3 eerst de tekst van B4 lezen!
Opdr. 5 en 6. Maak eerst een lijst van alles wat je gisteren gegeten en gedronken hebt
Zs = Werken in stilte
Geen vinger opsteken
Aan het werk
Stil en stoor niemand
Blijf op je plek
timer
6:00
Slide 16 - Tekstslide
Ga aan de slag met: T2 B4
Lezen blz. 114 t/m 124
Opdr. 1 t/m 9, 4k
OF uitdaging
Opdr. t/m 10, 4k
Opdr. 3 eerst de tekst van B4 lezen!
Opdr. 5 en 6. Maak eerst een lijst van alles wat je gisteren gegeten en gedronken hebt
Zf = Werken met fluisteren
Geen vinger opsteken
De docent komt langs
Aan het werk
Fluister alleen met de persoon naast je
Blijf op je plek
Slide 17 - Tekstslide
Opruimdienst
Elke les 3 andere leerlingen
Tafels: recht en leeg
Stoelen: aangeschoven OF eind dag: op de tafels
Vloer: geen afval
Slide 18 - Tekstslide
Vooral Koolhydraten
Ook: vitaminen, eiwitten, vezels, mineralen
Vooral water
Ook: mineralen
Vooral Vitaminen
Ook: koolhydraten, vezels, mineralen
Vooral Eiwitten
Ook: vitaminen, vetten, mineralen
Vooral Vetten
Ook: vitaminen, mineralen
Slide 19 - Tekstslide
Waar vind je voornamelijk producten zoals broccoli en sinaasappels in de schijf van vijf?
A
Geel (vetten)
B
Roze (eiwitten)
C
Groen (vitaminen)
D
Blauw (water)
Slide 20 - Quizvraag
Welk voedingsmiddel hoort voornamelijk thuis in het oranje deel van de Schijf van Vijf?
A
Kipfilet
B
Volkorenbrood
C
Zilvervliesrijst
D
Olijfolie
Slide 21 - Quizvraag
Welke van de volgende voedingsmiddelen hoort in het roze deel van de Schijf van Vijf?
A
Appel
B
Magere kwark
C
Boter
D
Pindakaas
Slide 22 - Quizvraag
Bij welk deel van de Schijf van Vijf horen vooral producten zoals noten en bonen?
A
Geel (vetten)
B
Roze (eiwitten)
C
Groen (vitaminen)
D
Blauw (water)
Slide 23 - Quizvraag
Welke voedingsmiddelen behoren vooral tot het gele deel van de Schijf van Vijf?
A
Vis en zeevruchten
B
Volkorenpasta
C
Olijven
D
Plantaardige olie
Slide 24 - Quizvraag
Bij welk deel van de Schijf van Vijf horen vooral producten zoals yoghurt en kaas?
A
Oranje (koolhydraten)
B
Roze (eiwitten)
C
Groen (vitaminen)
D
Blauw (water)
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Video
00:18
30 miljoen Amerikanen leiden, naar verwachting, aan een eetstoornis. In totaal heeft Amerika 330 miljoen inwoners. Welk deel van de bevolking is dit?
A
5%
B
10%
C
20%
D
40%
Slide 27 - Quizvraag
01:56
Wat is Anorexia nervosa?
Slide 28 - Open vraag
02:37
Wat is/doet een laxeermiddel?
Slide 29 - Open vraag
03:49
Wat denk jij: Waarom denken zoveel mensen dat alleen vrouwen eetstoornissen hebben?
Slide 30 - Open vraag
05:27
Wat is boulimia nervosa?
Slide 31 - Open vraag
Factoren die een eetstoornis kunnen beinvloeden
Slide 32 - Woordweb
Eetstoornissen op een rij
Anorexia nervosa
Je denkt dat je te dik bent, daardoor: veel bewegen, weinig/niets eten, negatief zelfbeeld
gevolg: extreem ondergewicht, mogelijk de dood
Boulimia nervosa
Je denkt dat je te dik bent, daardoor: te weinig eten, soms eetbuien, daarna braken.