T2 B4 HV

B4 Hoeveel is gezond?
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 56 t/m 58
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt calorieën omrekenen naar Joule en andersom.
  • Je kunt een voedingsadvies geven met behulp van een tabel
  • Je kent de formule om het BMI van een persoon uit te rekenen.
  • Je kunt uitleggen hoe overgewicht en ondergewicht ontstaat
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

B4 Hoeveel is gezond?
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 56 t/m 58
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt calorieën omrekenen naar Joule en andersom.
  • Je kunt een voedingsadvies geven met behulp van een tabel
  • Je kent de formule om het BMI van een persoon uit te rekenen.
  • Je kunt uitleggen hoe overgewicht en ondergewicht ontstaat

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Energie in eten
  • Hoeveel Calorien? 
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Wat klopt?
A
Voedingsmiddelen zitten in een voedingsstof
B
voedingsmiddel is hetzelfde als voedingsstof
C
Voedingsstoffen zitten in een voedingsmiddel
D
huh?

Slide 3 - Quizvraag

Wat klopt NIET over koolhydraten
A
Alle koolhydraten zijn suikers
B
Koolhydraten kunnen als bouwstof worden gebruikt
C
Door koolhydraten kun je dik worden
D
Koolhydraten kunnen als brandstof worden gebruikt

Slide 4 - Quizvraag

Wat klopt NIET over vitaminen
A
Vitaminen zitten veel in fruit
B
Vitaminen kunnen als bouwstof worden gebruikt
C
Vitaminen helpen je lichaam beschermen
D
Vitaminen kunnen als reservestof worden gebruikt

Slide 5 - Quizvraag

Welke voedingsstof kan de MINSTE verschillende taken uitvoeren?
A
Vetten
B
Eiwitten
C
Vitaminen
D
Water

Slide 6 - Quizvraag

Energie in voedsel
Voedsel bevat energie
Energie kun je meten
  • Joule (J)
  • Calorie (cal)
  • 1 cal = 4,2 J
  • 1 kcal = 4,2 kJ

Slide 7 - Tekstslide

Een Boterham bevat 20 kJ energie.
Een glas Cola bevat 4000 cal energie
Hoeveel kcal energie bevatten ze samen?
Rond af op 2 decimalen

Slide 8 - Open vraag

Energiebehoefte
Energiebehoefte = hoeveel energie (kcal) je dagelijks nodig hebt
  • geslacht
  • leeftijd
  • lichaamsgrootte
  • lichamelijke inspanning
  • klimaat/seizoen

Slide 9 - Tekstslide

BMI
Body Mass Index = BMI
  • <20 = te laag/ondergewicht
  • 20 - 25 = gezond gewicht
  • >25 = te hoog/overgewicht
  • >30 = veel te hoog/ extreem overgewicht
BMI=lengt(m)2gewicht(kg)

Slide 10 - Tekstslide

Idris weegt 50 kg en is 1,30 lang.
Wat is zijn BMI?
rond af op 2 decimalen

Slide 11 - Open vraag

Hans is bodybuilder. Hij gaat 5x per week sporten om in vorm te blijven. Daarnaast eet hij veel om voldoende calorieën binnen te krijgen. Hans is 180 cm lang en weegt 100kg. Heeft Hans een gezond gewicht?

Slide 12 - Open vraag

Over/ondergewicht
Gezond = dagelijks eet je evenveel als je energiebehoeft
Afvallen = dagelijks eet je minder dan je energiebehoefte
Doe je dit te veel > ondergewicht
Aankomen = dagelijks eet je meer dan je energiebehoefte
Doe je dit te veel > overgewicht

Slide 13 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 56 t/m 58
  • Maken Opdr. 13, 14, 15, 17 blz. 50

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Je hoeft geen vinger op te steken
  • Vragen: tijdens Zf
  • Je bent stil en stoort niemand
  • Je blijft op je plek
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 56 t/m 58
  • Maken Opdr. 13, 14, 15, 17 blz. 50

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Je hoeft geen vinger op te steken
  • Vragen : de docent komt langs
  • Je fluistert alleen met de persoon naast je
  • Je blijft op je plek

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
  • Je kunt calorieën omrekenen naar Joule en andersom.
  • Je kunt een voedingsadvies geven met behulp van een tabel
  • Je kent de formule om het BMI van een persoon uit te rekenen.
  • Je kunt uitleggen hoe overgewicht en ondergewicht ontstaat.

Slide 16 - Tekstslide