van ISK naar Ned. school aflevering 2

van ISK naar Nederlandse school 
Lowan les 2: Ashot
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBISK

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

van ISK naar Nederlandse school 
Lowan les 2: Ashot

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waar komt Ashot vandaan?
A
Portugal
B
Armenië
C
Roemenië
D
Syrië

Slide 3 - Quizvraag

Hoe oud is Ashot?
A
22
B
23
C
24
D
25

Slide 4 - Quizvraag

Wat wilde hij eigenlijk het liefst gaan studeren ?
A
civiele techniek
B
rechten
C
economie
D
geneeskunde

Slide 5 - Quizvraag

Wat vertelt hij NIET over de ISK?
A
Ik leerde veel over andere culturen
B
Ik leerde eten uit allerlei landen kennen
C
Ik leerde de Nederlandse taal
D
Ik leerde vaktaal

Slide 6 - Quizvraag

Wat heeft hij geleerd van zijn bijbaantjes?

Slide 7 - Open vraag

Hij leerde van zijn bijbaantjes
- Vaktaal
- Formele en informele taal

Slide 8 - Tekstslide

Wat is vaktaal?


A
Taal die je op vakantie gebruikt
B
Taal die je op je werk gebruikt
C
Taal die je met je vrienden spreekt
D
Taal die kinderen op school leren

Slide 9 - Quizvraag

Welke woorden horen bij vaktaal in de zorg?

A
Fiets, lamp, sleutel
B
Injectie, infuus, medicijn
C
Tafel, stoel, kast
D
Appel, brood, melk

Slide 10 - Quizvraag

Nog een vraag over vaktaal:
Joris werkt in de bouw. Zijn collega zegt: "Pak even de waterpas en kijk of die muur recht is." Wat is een waterpas?
A
Een soort zaag
B
Een machine om beton te maken
C
Een meetapparaat om te kijken of iets recht is
D
Een soort hamer

Slide 11 - Quizvraag

Iemand begroeten, geef een voorbeeld van informele taal

Slide 12 - Woordweb

Iemand begroeten, geef een voorbeeld van formele taal

Slide 13 - Woordweb

Welke MBO-opleiding deed hij?
A
MBO bedrijfsadministratie
B
MBO techniek
C
MBO economie
D
MBO zorg

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor tips geeft hij aan jullie?

Slide 15 - Woordweb

De tips van Ashot
  1. Bezoek veel museums
  2. Je hebt DISCIPLINE nodig: ook als je iets niet leuk vindt, moet je doorgaan
  3. Praat met veel verschillende mensen
  4. Niet bang zijn om fouten te maken



Slide 16 - Tekstslide