1 maart B

Welkom!
1
WELKOM!
2
Lesboek, pen en je schrift
Groter scherm, telefoon + laders
Je hebt nodig:
Inloggen bij:
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
1
WELKOM!
2
Lesboek, pen en je schrift
Groter scherm, telefoon + laders
Je hebt nodig:
Inloggen bij:

Slide 1 - Tekstslide

In deze Les
Behandelen we 
5.12 Tekstsoorten
          van
H 5  ***    L E Z E N

Blz. 234 van het boek
pak je boek er even bij

Slide 2 - Tekstslide

Eind van de Les
Herken je overtuigende teksten

Kun je feiten van meningen onderscheiden

Slide 3 - Tekstslide

Het woord 'Etenswaren' betekent
A
dingen die in je tas passen
B
dingen die je meeneemt naar een festival
C
dingen die je op kunt eten

Slide 4 - Quizvraag

De uitdrukking 'Mensen met een smalle beurs' betekent
A
mensen die veel geld kunnen uitgeven
B
mensen die buiten de stad wonen
C
mensen die op hun geld moeten letten

Slide 5 - Quizvraag

T e k s t s o o r t e n
Informatieve tekst (een nieuwsbericht, schoolboek)
Overtuigende tekst (artikel op internet, ingezonden brief)
Uitleggende tekst (een routebeschrijving, een handleiding)
Aansporende tekst (advertentie, reclame)
Amuserende tekst (een gedicht, een verhaal, een jeugdboek)

Slide 6 - Tekstslide

Overtuigende Teksten
De schrijver laat weten wat zijn mening is. 
Hij  schrijf wat hij van het onderwerp vindt. 
Hij hoopt dat jij het ermee eens bent.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een mening?
A
je kunt opzoeken of het echt waar is
B
iets persoonlijks, je kunt het ermee eens zijn of niet

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een feit?
A
je kunt opzoeken of het echt waar is
B
iets persoonlijks, je kunt het ermee eens zijn of niet

Slide 9 - Quizvraag

Feiten vs Meningen
Het is bij mij thuis 19'C   (feit)      
Ik vind 't lekker warm  (mening)       Ik heb kippenvel! (feit)
                                                                        Het is hier ijskoud   (mening)
Amsterdam is een grote stad  (feit)
In Amsterdam is het erg druk  (mening)

Een feit is controleerbaar. Je kunt nazoeken of het waar is.
Een mening is persoonlijk. Je kunt het ermee eens zijn of niet.

Slide 10 - Tekstslide

Blz. 234 
 Opdracht 4  
Lezen 5
Tekst 8
 R O A D T R I P     I N     1 8 6 4

Slide 11 - Tekstslide

Roadtrip in 1864
Marjolein van Rest heeft haar eerste jeugdboek geschreven: Weg
Het verhaal speelt zich af in 1864. De 14-jarige Adriaan woont op een kleine boerderij in Noord-Amerika. Zijn vader is omgekomen in de burgeroorlog, zijn moeder heeft een schuld bij de bank en hun paarden zijn gestolen. 
De toekomst ziet er somber uit, tot Adriaan een tekening in de krant ziet die alles verandert.

Slide 12 - Tekstslide

Roadtrip in 1864
Kijk naar het blokje naast de inleiding met de foto van het jeugdboek.
Bij INFO lees je korte informatie over het boek.
Wie is de auteur van het boek?
Het boek Weg is een jeugdboek.  
Hoe heet de tekstsoort van een jeugdboek?

Slide 13 - Tekstslide

Roadtrip in 1864
Lees regel 11, alinea 2   
Wat zou het woord 'front' kunnen betekenen, denk je?
Lees regel 12 ... wat wordt bedoeld met het woord 'afschaffing'?

Samen lezen blz 235 en 236

Slide 14 - Tekstslide

Roadtrip in 1864
Bij alinea
Welk tussenkopje past het best? 
Kijk de alinea kort weer door

Slide 15 - Tekstslide

Welk tussenkopje past het best?
A
Traag boek
B
Slavernij
C
Mooi en spannend

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent 'Mijn armharen gaan recht overeind staan'
A
de tekst is mat geschreven
B
de tekst is spannend geschreven

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Tot de volgende les

Slide 19 - Tekstslide