hv1a 3.4 schaalniveaus

3.7 Schaalniveaus
Ga alvast zitten volgens de plattegrond. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.7 Schaalniveaus
Ga alvast zitten volgens de plattegrond. 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Vorige les - (10 min)
  • Filmpje bij 3.6
  • Uitleg 3.7 - (10 min)
  • Zelfstandig werken - (15-20 min)
  • Afronden - (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van 3.6?

Slide 3 - Woordweb

Wat kun je nog vertellen over de situatie van boeren op de cacaoplantages?

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen 3.7 Schaalniveaus
1 Je kunt de vijf schaalniveaus beschrijven.
2 Je kunt centrum en periferie op de vijf schaalniveaus beschrijven.
3 Je kunt inzoomen en uitzoomen om van schaalniveau te veranderen.

Slide 5 - Tekstslide

Geografische schaalniveaus

Slide 6 - Tekstslide

Wisselen van schaalniveaus
Bij aardrijkskunde werk je met verschillende schaalniveaus.

 Je kunt gebeurtenissen in de wereld op verschillende niveaus bekijken.

Slide 7 - Tekstslide

Mondiaal schaalniveau
 
(de wereld)


Hoe roder, hoe rijker
Hoe geler, hoe armer

Slide 8 - Tekstslide

Continentaal schaalniveau
 
(in dit geval Europa)

Hoe donkerder, hoe rijker.
Hoe lichter, hoe armer.

Slide 9 - Tekstslide

Nationaal
schaalniveau

(in dit geval Nederland)

Hoe donkerder paars, hoe hoger het gemiddelde inkomen in die gemeente.

Slide 10 - Tekstslide

Regionaal schaalniveau


 (in dit geval provincie Groningen)

Hoe donkerder blauw, hoe hoger het gemiddelde inkomen in die gemeente.

Hoe lichter, hoe lager het gemiddelde inkomen in die gemeente.

Slide 11 - Tekstslide

Lokaal schaalniveau


(in dit geval de stad Groningen)

Oranje = laag inkomen
Geel = gemiddeld inkomen
Groen = hoog inkomen

Slide 12 - Tekstslide

Als we een verschijnsel of probleem bekijken over de hele wereld, dan noemen we dat...
A
Mondiaal
B
Continentaal
C
Nationaal
D
Regionaal

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag!
Wat: Lezen + maken 3.7
Hoe: alleen of met je buur op fluisterniveau.
Vragen: help eerst elkaar, vraag daarna de docent.
Klaar: Kijk je werk na.

Daarna: Test-jezelf 3.7 maken.

Slide 14 - Tekstslide

Op welk schaalniveau noem je de Randstad het centrum?
A
Mondiaal
B
Nationaal
C
Regionaal
D
Lokaal

Slide 15 - Quizvraag

Als je kijkt op continentale schaal, waar ligt dan het centrum van Europa?
A
Noordwest-Europa
B
Oost-Europa
C
Zuid-Europa
D
Dat kun je niet zeggen

Slide 16 - Quizvraag

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 17 - Woordweb

Afronden
Huiswerk: je hebt t/m 3.7 af!
Leerwerk: begrippen en leerdoelen 3.7

Volgende les: 3.8

Slide 18 - Tekstslide