D4A 2-3-2021 (Par. 3.10)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Wat heb je nog onthouden
van de vorige les?

Oriëntatie

• Huiswerk afgerond?
  
• Leerdoelen
  

       - je weet welke oplossingen voor waterproblemen in het Midden-Oosten 

         en China mogelijk zijn

       - je begrijpt dat die oplossingen ook economische en politieke gevolgen 

          hebben

       - je kunt verschillende waterprojecten koppelen aan de juiste regio

Uitleg §3.10

Welke oplossingen zijn er voor watertekorten?

Welke oplossingen zijn er voor wateroverlast?

Welke oplossingen worden vooral in rijke landen toegepast?

1. inzet biotechnologie
2. hergebruik water
3. import van water
4. ontzilten zeewater

Leg je antwoord bij de vorige vraag uit

Waarom brengen sommige boeren plastic aan boven hun gewassen?

Welke functies heeft de
Drieklovendam?

Wat zijn voordelen van
de Drieklovendam?

Wat zijn nadelen van
de Drieklovendam?

Waarom wordt er in China water van het zuiden naar noorden gebracht?

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Aan het werk

Wat?	Maken §3.10: opdracht 1 t/m 6
Waar?	blz. 96-97 tb; blz. 128-129 wb
Hoe?	15 minuten; zelfstandig of rustig overleggen
Klaar?	Nakijken §3.7 t/m §3.10 Nakijken topografie H1 t/m H3 (achterin wb) Digitaal lesmateriaal Magister en Teams

• Afronden §3.10: opdr. 1 t/m 6
  
• Nakijken §3.7 t/m §3.10
• Filmpje Drieklovendam 

• Inzage SO §3.1 t/m §3.3
• Verlengde instructie: theorie en opdrachten §3.9 en §3.10
  

• Stel vooral vragen als je iets lastig vindt of niet begrijpt!

Keuze onderdelen (25 min)

Afsluiting

Huiswerk voor 5-3

• Maken §3.10: opdracht 1 t/m 6
  

Wat heb je vandaag
geleerd?

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor §3.10?

1. ik ken de stof goed
2. ik ken de stof redelijk
3. ik vind de stof lastig
4. ik heb meer uitleg of oefening nodig