Herhalen Casustoets AN1

Herhalen Casustoets AN1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Herhalen Casustoets AN1

Slide 1 - Tekstslide

Met een ECG meet je...
A
het hartritme
B
de bloeddruk
C
het hartvolume
D
het longvolume

Slide 2 - Quizvraag

Welke bloedcellen spelen een rol bij bloedstolling?
A
Erytrocyten
B
Leukocyten
C
Trombocyten

Slide 3 - Quizvraag

Wat is bloedserum?
A
Alle bloedcomponenten bij elkaar
B
Bloed met alleen witte bloedcellen
C
Bloed zonder cellen
D
Bloed zonder cellen en stollingseiwitten

Slide 4 - Quizvraag

De wand van een slagader is ...
De bloeddruk in een slagader is ...
A
... Dik ... Hoog
B
... Dik ... Laag
C
... Dun ... Hoog
D
... Dun ... Laag

Slide 5 - Quizvraag

9. Aders hebben kleppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Bij het samentrekken van de boezems staan de hartkleppen open
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Welk gedeelte van het hart bevat zuurstofrijk bloed?
A
De kamers
B
De boezems
C
Het rechtergedeelte
D
Het linkergedeelte

Slide 8 - Quizvraag

Iemand heeft alleen antilichamen tegen bloedgroep A, welke bloedgroep heeft deze persoon?
A
A
B
B
C
AB
D
0

Slide 9 - Quizvraag

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 10 - Quizvraag

Hoe stroomt het bloed door de kleine bloedsomloop?
A
Hart - longen - hart
B
Hart - longen - organen
C
Hart - organen - longen
D
Hart - hersenen - hart

Slide 11 - Quizvraag

Welke granulocyt is hier
afgebeeld?
A
Neutrofiele granulocyt
B
Eosinofiele granulocyt
C
Basofiele granulocyt

Slide 12 - Quizvraag

Welke granulocyt is hier
afgebeeld?
A
Neutrofiele granulocyt
B
Eosinofiele granulocyt
C
Basofiele granulocyt

Slide 13 - Quizvraag

Welke granulocyt is hier
afgebeeld?
A
Neutrofiele granulocyt
B
Eosinofiele granulocyt
C
Basofiele granulocyt

Slide 14 - Quizvraag