a Tijdens de worp is er een zwaartekracht naar beneden en de spierkracht van Chris omhoog. Omdat tijdens het gooien de snelheid van de bal verandert, is er een netto kracht omhoog.
b Net nadat Chris de bal loslaat, is er alleen zwaartekracht, naar beneden gericht.
c Wanneer de bal terug valt uit het hoogste punt is er alleen zwaartekracht, naar beneden gericht.