In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Tandwielen
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Ik weet wat tandwielen zijn
Ik weet wat een overbrengingsverhouding is
Ik kan deze berekenen
Ik kan verschillende soorten tandwielen herkennen en benoemen
Slide 2 - Tekstslide
Tandwielen = een beweging van het ene onderdeel dat
overgebracht wordt op een ander onderdeel.
Slide 3 - Tekstslide
Nut van tandwielen
Tandwielen zijn niet geschikt om krachten over grote afstand over te brengen.
Tandwielen zijn wel heel geschikt om de snelheid en/of de richting van een as te veranderen.
Kijk nu naar het filmpje.
Slide 4 - Tekstslide
Uitleg
Versnelling/Vertraging
Aandrijfwiel/Volgwiel
Overbrengingsverhouding
Slide 5 - Tekstslide
§ 1.3 Overbrengingen
Overbrenging bij een fiets: voor- en achtertandwielen met een ketting.
De ketting geeft de beweging van het voorste tandwiel door aan het achterste tandwiel.
Slide 6 - Tekstslide
Draaisnelheid
Een klein tandwiel draait sneller dan een groot tandwiel. Hierdoor kan je tandwielen vertragen of juist versnellen.
Slide 7 - Tekstslide
verhouding tandwielen:
tandwiel 1 heeft 35 tanden
tandwiel 2 heeft 13 tanden
als tandwiel 1, 1 keer rond is gegaan dan is tandwiel 2:
tandwiel 2 is dan 2,7 keer rond geweest
1335=2,7
Slide 8 - Tekstslide
1.3 Overbrengingen
Slide 9 - Tekstslide
§ 1.3 Overbrengingen
Slide 10 - Tekstslide
1.3 Overbrengingen
Trapper en voortandwiel werken als
een hefboom Hoe kleiner het voortandwiel hoe groter de kracht op de ketting.
Hoe kleiner de afgelegde afstand.
Slide 11 - Tekstslide
1.3 Overbrengingen
Berekening (span)kracht ketting:
Ft = 500N rt = 0,15m
Fk = ? rk = 0,08cm
500 x 0,15 = Fk x 0,08
Fketting = 937,5 N
Hoe kleiner de afgelegde afstand.
Slide 12 - Tekstslide
1.3 Overbrengingen
De (span)kracht van de ketting op het voorste tandwiel is net zo groot als op het achterste tandwiel.
Slide 13 - Tekstslide
1.3 Overbrengingen
Slide 14 - Tekstslide
1.3 Overbrengingen
Berekening kracht op de weg:
Fketting = 937,5 rketting = 0,04m
Fop de weg = ? rop de weg= 0,36m
937,5 x 0,04 = Fopdeweg x 0,36
Fopdeweg = 104,2N
Ftrapper = 500N
Fopdeweg = 104,2N
Waarom is de kracht
veel kleiner ???
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Hoe gaat een achtbaan omhoog?
Onder de achtbaan zit een groot tandrad of rondsel, een soort tandwiel. Tussen de rails ligt een tandheugel, een lange strook met tanden erop. De elektromotor draait de tandheugel rond en die grijpt de tanden van het tandrad.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Waar vind je in een tractor een tandheugel?
Slide 19 - Open vraag
Waar zie je hieronder een tandheugel met rondsel?
A
B
C
D
Slide 20 - Quizvraag
Waar zie je hieronder een worm met een wormwiel?
A
B
C
D
Slide 21 - Quizvraag
Afsluiting van de les: zoek in huis (b.v. keuken) een apparaat wat gebruik maakt van tandwielen. Maak daarvan een foto en stuur deze hier in.