MAW havo 4 22 maart

Wat gaan we vandaag doen?
Opdrachten 15 en 16 bespreken
korte samenvatting h7
Opdracht over H7
Uitleg H8 en 8.1



1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
Opdrachten 15 en 16 bespreken
korte samenvatting h7
Opdracht over H7
Uitleg H8 en 8.1



Slide 1 - Tekstslide

opdracht 15 en 16
vragen?

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 7
7.1 Religie zorgt voor sociale cohesie maar kan ook voor conflicten zorgen.
7.2 Sociale cohesie, cultuur en sociale instituties
7.3 Modernistische/nationalistische school en ideologieën.
7.4 Natievorming: Het stimuleren van nationale cohesie binnen een staat, daardoor ontstaat een nationale identiteit 

Slide 3 - Tekstslide

Een rooms-katholiek gezin verhuist naar een gebied met een andere vorst want hun huidige is protestants.
Waar past deze situatie bij?
A
het Plakkaat van Verlatinghe.
B
de vrede van Augsburg.

Slide 4 - Quizvraag

Vul aan, Sociale institutie is :
Complex van min of meer .......... regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge ......... reguleren
A
culturele, relaties
B
culturele, bindingen
C
geformaliseerde, relaties
D
geformaliseerde, bindingen

Slide 5 - Quizvraag

Socialisme
Confessio-
nalisme
Liberalisme
Alle culturen zijn gelijkwaardig
Bijbels waarden en normen zijn goed voor de samenleving
individuele rechten moeten boven de macht van een natie staan

Slide 6 - Sleepvraag

Waarom was het voor vorsten wenselijk dat er sociale cohesie was tussen mensen?

Slide 7 - Open vraag

Hoofdstuk 8
Het verhoudingsvraagstuk door een politicologische bril:
Hoe onderscheiden mensen zich van elkaar wat macht betreft?

Verkiezingen: Hoe kan het dat de bevolking eeuwenlang nauwelijks mocht meebeslissen. Of is het juist logisch om mensen niet mee te laten beslissen?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

8.1
Aan het einde van de 18e en begin van de 19e eeuw vonden er in korte tijd een aantal revoluties plaats.
Amerikaanse en Franse revolutie

In 1848 opstanden in veel Europese landen. Mensen wilden niet langer dat de macht in handen was van de vorst en adel maar in handen van het volk.

Slide 10 - Tekstslide

huiswerk
huiswerk: opdracht 2 en 4

Voor komende maandag een vraag voorbereiden.

Slide 11 - Tekstslide

opdracht 15
1. Koning Willem I wilde meer sociale cohesie door het invoeren van een vaste
voertaal en nationale feestdagen.
2. Wanneer mensen zich verbonden voelen met elkaar, en ze het gevoel hebben
lid te zijn van dezelfde gemeenschap, is er sociale cohesie. Ze zullen zich dan
ook verantwoordelijk voor elkaar voelen en ze weten dat ze een beroep op
elkaar kunnen doen. Ze zullen zich dan minder snel geneigd voelen om elkaar
tegen te werken en voor het eigen belang te gaan, waardoor er dus minder
conflicten ontstaan.
3. Doorgaans is het zo dat hoe minder conflicten er zijn in een land, hoe meer
gezag de koning (of soevereine vorst) heeft. Zijn macht wordt dan
geaccepteerd, omdat er weinig (groepen) mensen zijn die de staat tegenwerken.
4. B – D – A – C.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 16 – Toepassing
1) Nationale identiteit
2) Nationale identiteit
3) Religie
4) Nationale identiteit
5) Religie

Slide 13 - Tekstslide