les 5 - economische kenmerken

thema 3: Communisme
Les 5
Economische 
kenmerken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

thema 3: Communisme
Les 5
Economische 
kenmerken

Slide 1 - Tekstslide

Waar of niet waar?!?

Slide 2 - Tekstslide

De bedenker van het communisme is Karl Marx (met behulp van Friedrich Engels)
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 3 - Quizvraag

Het communisme probeerd de problemen van het kapitalisme (klassenstrijd) op te lossen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 4 - Quizvraag

Bij communisme draait het om gelijkheid. Iedereen moet hetzelfde krijgen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 5 - Quizvraag

In zes stappen zal een ongelijke staat veranderen in een heilstaat, waarin iedere gelijke kansen heeft.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 6 - Quizvraag

Tijdens de proletarische revolutie nemen de communisten de macht en beginnen te werken naar de heilstaat en een gelijke verdeling.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 7 - Quizvraag

Bij democratisch centralisme gaat het er om dat je mag zeggen wat je vind, maar de beslissing niet mag nemen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quizvraag

Tijdens de dictatuur van het proletariaat is er maar ruimte voor 1 partij, die het voortouw neemt in de veranderingen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quizvraag

Wat gaan we doen?
  1. Inleiding
  2. Uitleg
  3. Opdracht
  4. Uitleg
  5. Opdracht
  6. Afsluiting

Slide 10 - Tekstslide

Economische kenmerken van een communistisch land
In het Westen hangen we meestal het kapitalistisch systeem aan: hard werken is geld verdienen, eigen bedrijven en alles gaat vanzelf als het goed is neergezet. 

Maar om een communistisch land te worden, en in de heilstaat te belanden, moet uiteindelijk alles van iedereen worden en alles verdeeld worden.  

In de dictatuur van het proletariaat moeten daarom maatregelen worden genomen...

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

kenmerk 1
een niet-kapitalistisch bezit van de productiemiddelen
Heilstaat: alles is van iedereen en iedereen krijgt wat hij nodig heeft. 

Dictatuur van het proletariaat: een groep revolutionairen nemen de macht over van de bestaande orde, om de heilstaat voor te bereiden. Ze werken naar een eerlijke verdeling. Maar dan moet je het eerst afnemen...


Slide 13 - Tekstslide

productiemiddelen = bestaansmiddel (Dat wat je nodig hebt om te leven) = geld!

Slide 14 - Tekstslide

Maar hoe doe je dat?
Eerst alles van de staat maken. Fabrieken en bedrijven worden afgenomen van de eigenaren en van de staat, zodat zij kunnen verdelen. 
De staat bepaald naar wie het gaat, maar ook wat er gemaakt wordt, hoeveel en wat er voor wordt gevraagd. 

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 
1. Bedenk / zoek op hoe de politiek van jouw land nu is geregeld. 
    Wie heeft er de macht?
2. Bedenk wat je zou moeten doen om de communistische partij het monopolie te geven?
3. Bedenk wat er weg zal moeten om dit voor elkaar te krijgen.
4. Noteer dit alles in je boekje. 
5. 15 minuten

Slide 16 - Tekstslide

kenmerk 4
Dominantie van een geleide economie
Heilstaat: alles gaat vanzelf. Want men maakt wat men nodig heeft. Niets meer, niets minder. 

Dictatuur van het proletariaat: Er moet bepaald worden wat er nodig is. Dus dat is een taak voor de communistische leiders...


Slide 17 - Tekstslide

De communistische partij gaat bepalen wat er nodig is. Zij hebben ministeries en partijleden bij de productieplekken om dit te plannen. 

Om het overzichtelijk te houden werden 
er plannen voor meerdere jaren gemaakt. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 
1. Bedenk / zoek op hoe de politiek van jouw land nu is geregeld. 
    Wie heeft er de macht?
2. Bedenk wat je zou moeten doen om een geleide economie te 
     creeren? 
3. Bedenk wat er weg zal moeten om dit voor elkaar te krijgen.
4. Noteer dit alles in je boekje. 
5. 15 minuten

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting

Huiswerk
Afmaken van deze twee opdrachten. 

Vragen? Hulp nodig?
donderdag 3e uur in 260....

Slide 21 - Tekstslide