4K1 Tekstverbanden en signaalwoorden voorbeeldzinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

4B

Vragen 

TEKSTVERBANDEN en

SIGNAALWOORDEN

(oefenzinnen)

Eerst poetste ik mijn tanden, daarna ging ik naar school.

1. Opsomming
2. Volgorde
3. Tijd
4. Voorbeeld

Ik ben te laat, omdat mijn wekker kapot was.

1. Conclusie
2. oorzaak - gevolg
3. reden (argument)
4. doel-middel

Kortom, we moeten een ander plan bedenken.

1. conclusie
2. reden (argument)
3. doel - middel
4. oorzaak - gevolg

Voor mijn gevoel ging het goed, maar toch heb ik een 4.

1. conclusie
2. tegenstelling
3. oorzaak - gevolg
4. opsomming

Ik koop kaas en snoep, daarnaast moet ik ook nog pindakaas meenemen.

1. volgorde
2. opsomming
3. voorbeeld
4. reden (argument)

Tijdens de training ging het regenen. Nu is het weer droog.

1. Voorbeeld
2. Tijd
3. Opsomming
4. Volgorde

Ik moet de hond uitlaten, eten koken en daarnaast wil ik ook nog tv-kijken.

1. conclusie
2. voorbeeld
3. opsomming
4. tegenstelling

Ik vind je echt heel erg leuk, maar ik ben niet meer verliefd.

Wat is het tekstverband?
Ik had seks zonder condoom, daardoor heb ik een SOA.

Wat is het tekstverband?
Ik zit op school, echter leer ik niks.

Wat is het tekstverband?
Omdat ik geen zin had, heb ik mijn huiswerk niet gemaakt.

Welk tekstverband?
Om meer geld te verdienen, ga ik overwerken.

Welk tekstverband?
Ik wil patat eten, hoewel ik wil afvallen.

Welk tekstverband?
Ik hou van auto's, zoals de Dodge Ram.

Wat is het signaalwoord?
Ik kan niet gymmen, want ik het een knieblessure.

Wat is het signaalwoord?
Hij heeft geen geld, dus hij kan niet winkelen.

Wat is het signaalwoord?
Ik was te laat waardoor ik moet nakomen.

Wat is het signaalwoord?
Mijn moeder vindt pasta vies, echter lasagne lust ze wel graag.

Wat is het tekstverband?
Mijn scooter is opgevoerd, hierdoor rijdt 'ie harder.

Wat is het tekstverband?
Ik vind keepen leuk, omdat je kan duiken.

Welk tekstverband?
Naast Nederlands heb ik ook wiskunde en bovendien mentoruur.

Wat is het tekstverband?
Ik eet hachee, daarna moet ik naar de wc!

Wat is het tekstverband?
Doordat ik op mijn bek ging, had ik mijn been gebroken.

Welk tekstverband?
Tijdens de les werd hij erg boos.

Welk tekstverband?
Dus jongens zijn niet slimmer dan meisjes.

Welk tekstverband?
De airco stond aan, echter bleef het stikheet.

Welk tekstverband?
We willen winnen, daarvoor moeten we veel trainen.

Welk signaalwoord?
Ik ben gevallen, waardoor ik mijn been heb gebroken.

Welk signaalwoorden?
Gisteren was ik aan het werk, nu moet ik naar school.

Welk signaalwoord?
Patat is lekker, want het lijkt op chips.

Welk signaalwoord?
Door middel van een woordenboek heb ik mijn examen gehaald.

Welk signaalwoord?
Mijn band was lek, maar ik kon wel weg.

Welke signaalwoorden?
Eerst had ik EHBO, daarna Nederlands.

Welk signaalwoord?
Terwijl ik sleutel, luister ik naar muziek.

Ik weet nu beter wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn.