Weektaak week 19 les 2: H5: Fictie H5

- Nakijken H4 Grammatica 1,2 + 5 (+ 6 voor vwo)

- Uitleg Fictie H5: tijd in verhalen

- Maken opdr. 1, 3 en 4

- Inleveren gemaakte opdrachten inleverperiode SOM.


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Nakijken H4 Grammatica 1,2 + 5 (+ 6 voor vwo)

- Uitleg Fictie H5: tijd in verhalen

- Maken opdr. 1, 3 en 4

- Inleveren gemaakte opdrachten inleverperiode SOM.


Slide 1 - Tekstslide

- Nakijken H4 Grammatica 1,2 + 5 (+ 6 voor vwo)

- Uitleg Fictie H5: tijd in verhalen

- Maken opdr. 1, 3 en 4

- Inleveren gemaakte opdrachten inleverperiode SOM.

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken Grammatica H4
Zie nakijkblad bij weektaak in SOM (staat bij huiswerk)

Slide 3 - Tekstslide

Lente in Moskou

- Lezen blz. 212- 215

- Let op:

  • Hoeveel tijd verloopt er in het verhaal?
  • In welke tijd speelt het verhaal zich af?
  • Hoe begint het verhaal?

Slide 4 - Tekstslide

Waaraan denk je
bij 'tijd' in een verhaal?

Slide 5 - Woordweb

Tijd in verhalen

- In welke tijd speelt een verhaal zich af?

- Hoeveel tijd verloopt er in het verhaal (= vertelde tijd)?

- Wordt het verhaal in de juiste tijdsvolgorde verteld?

Slide 6 - Tekstslide

In welke tijd speelt een verhaal zich af?

- Een jaartal

- Historische gebeurtenissen of figuren

- Gebruiken, gewoontes, voorwerpen of kleding

- De ruimte waarin het verhaal zich afspeelt

Slide 7 - Tekstslide

In welke tijd speelt een verhaal zich af?

Er zijn ook tijdloze verhalen:

- boodschap voor alle tijden

- sprookjes

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel tijd verloopt er in het verhaal?

De vertelde tijd geeft aan hoeveel tijd er verloopt in het verhaal.

Voorbeelden zijn:

- een paar uur

- een week

- drie jaar

- 50 jaar

Slide 9 - Tekstslide

Wordt het verhaal in de juiste tijdsvolgorde verteld?

- Chronologisch = tijdsvolgorde van a tot z

Vooruitwijzing: een mededeling over wat later gaat gebeuren

Terugwijzing: terugdenken aan iets dat eerder is gebeurd


- Niet-chronologisch = volgorde van het verhaal verloopt anders dan wanneer dit in het echt zou gebeuren

Flashback: het verhaal springt terug in de tijd


Slide 10 - Tekstslide

Verhaalbegin en verhaaleinde

Een verhaal kan op twee manieren beginnen:

- inleidend begin (ab ovo): je leert de personages eerst langzaamaan kennen, voordat het verhaal begint

- middenin de gebeurtenissen (in medias res): je begint gelijk bij een belangrijke gebeurtenis, zonder inleiding (pas later leer je de personages kennen)


Een verhaal kan op twee manieren eindigen:

- gesloten einde: alle vragen zijn beantwoord

- open einde: een aantal vragen is nog niet beantwoord

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk

Fictie H5:

- 1

- 3

- 4 (alleen vraag 1, 3 en 4)


Inleveren via inleverperiode SOM voor huiswerkcijfer.


Slide 12 - Tekstslide