Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
V2 Woche 9
1 / 44
volgende
Slide 1:
Video
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
44 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Kapitel 5 - Eine Currywurst, bitte!
Slide 2 - Tekstslide
Was machen wir heute?
Einstieg Kapitel 5
Grammatik: Präpositionen mit Akkusativ
Fragen über die praktische Aufgabe?
Slide 3 - Tekstslide
Lernziele Kapitel 5
Am Ende von Kapitel 5 kann ich...
... erzählen was, wann und wie ich gern esse.
... über Allergien sprechen.
... einen Preis angeben und erfragen.
... etwas zu essen und zu trinken bestellen.
Slide 4 - Tekstslide
Einstieg
Thema Kapitel 5: Essen und Trinken
Welche deutsche Gerichte und Getränke kennt ihr schon?
Wir machen einen Wortigel
Antworte in Stichwörtern
Slide 5 - Tekstslide
timer
1:00
Essen und Trinken
Slide 6 - Woordweb
Einstieg
Kursbuch S. 72
Neue Wörter --> kombiniere!
Slide 7 - Tekstslide
de bezienswaardigheden
tussen
winkelcentrum
het gerecht
zwischen
das Gericht
die Sehenswürdigkeiten
das Einkaufszentrum
der Fernsehturm
Slide 8 - Sleepvraag
Grammatica
Wat was ook alweer de Akkusativ?
Der
Ball ist gelb.
Ich sehe
den
Ball.
Neem je schrift of Grammatikheft naast je.
Slide 9 - Tekstslide
🖍 Voorzetsels met Akkusativ
Je gebruikt ook de Akkusativ na bepaalde voorzetsels.
durch = gegen =
ohne = um =
für = bis =
entlang =
Na deze voorzetsels, komt
altijd een Akkusativ!
Slide 10 - Tekstslide
Voorzetsels met Akkusativ
durch - ohne - für - entlang - gegen - um - bis =
dofegub
Voorbeelden:
Wir schreiben für
den
Wettbewerb. (m)
Sie müssen
durch
die
Tür (f).
* Wir fahren
meinen
Wohnort (m)
entlang
.
Dus:
dofegub?
Niet
ontleden, automatisch Akkusativ 😁
Slide 11 - Tekstslide
Nieuw stappenplan
1. Vertalen
2. Voorzetsel van dofegub?
Ja? --> Akkusativ
Nee? --> ontleden
3. Geslacht bepalen
4. Invullen
Slide 12 - Tekstslide
Oefening
durch - ohne - für - entlang - gegen - um - bis
Vier open vragen, vul het juiste lidwoord in.
Noteer het
hele lidwoord
(niet alleen de missende letters).
Slide 13 - Tekstslide
1. Wir laufen um d..... Bahnhof (m).
Slide 14 - Open vraag
2. Ich renne durch d...... Haus.
Slide 15 - Open vraag
3. Ohne mein..... Freundin kann ich nicht in die Schule gehen.
Slide 16 - Open vraag
4. Für dies...... Käse (m) bezahle ich nicht so viel!
Slide 17 - Open vraag
Ik heb iets nieuws geleerd
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 18 - Poll
Aufgaben
Fragen zur Grammatik?
Aufgaben für diese Woche stehen im Studienleitfaden.
Extra Aufgaben im Grammatikheft (extra verdieping)
Slide 19 - Tekstslide
Projekt
Märchenprojekt
Deadline: Freitag, 25. März 2022
Gibt es noch Fragen zum Projekt?
Slide 20 - Tekstslide
Dienstag, 22. März
Slide 21 - Tekstslide
Heute
Quiz Essen
Wiederholung Präpositionen
Grammatik (Personalpronomen + Verben)
Abschluss + Fragen
Slide 22 - Tekstslide
Lernziele
Am
Ende der Woche
kann ich...
... fünf (typisch deutsche) Gerichte erkennen.
... das richtige Personalpronomen im Akkusativ in einem Satz schreiben.
... auf Deutsch mein Frühstück beschreiben, mit den richtigen Formen von den Verben
essen
und
nehmen
.
Slide 23 - Tekstslide
Quiz
5 Fotos von deutsches Essen
Wie heißt es?
Bereit?
Slide 24 - Tekstslide
A
die Brezel
B
das Brot
C
das Herzchen
D
der Krakeling
Slide 25 - Quizvraag
A
das Frut
B
das Gemüse
C
das Obst
D
der Salat
Slide 26 - Quizvraag
A
der Berliner
B
der Ölkrapfen
C
der Kaiserschmarren
D
der Pfannkuchen
Slide 27 - Quizvraag
A
der Bratwurst mit Mayo
B
der Bratwurst mit Senf
C
die Bratwurst mit Mayo
D
die Bratwurst mit Senf
Slide 28 - Quizvraag
A
der Apfelkuchen
B
die Früchtetorte
C
der Käsekuchen
D
der Apfelstrudel
Slide 29 - Quizvraag
Grammatica
Vorige week: voorzetsels met de Akkusativ
Ezelsbruggetje?
Welke 7 waren dit ook alweer? Noteer!
Slide 30 - Tekstslide
Welke voorzetsels krijgen altijd een Akkusativ? (..., ...., ...)
Slide 31 - Open vraag
Grammatica
Deze week: persoonlijk voornaamwoorden in de Akkusativ
Voorbeelden:
Ik zie
hem
.
Zij vinden
ons
aardig.
Notizheft
(schrift)
Slide 32 - Tekstslide
🖋 Persoonlijk vnw (Nom. + Akk.)
Ik zie
hem
.
Zij vinden
ons
aardig.
Wij spelen zonder
jou
.
Ich sehe
ihn
.
Sie finden
uns
nett.
Wir spielen
ohne (+Akk.)
dich
.
Nominativ
Akkusativ
ich
mich
du
dich
er/es/sie
ihn/es/sie
wir
uns
ihr
euch
sie/Sie
sie/Sie
Slide 33 - Tekstslide
Grammatica
Nu: 2 nieuwe werkwoorden die je nodig hebt voor de opdrachten.
essen
und
nehmen
Slide 34 - Tekstslide
Grammatica
essen
und
nehmen
: sterke werkwoorden.
Hoe weet je dat? 🤔
Bijzonder bij sterke ww in de tegenwoordige tijd (in het Duits)?
Klinkerwisseling
bij
du
en
er/es/sie!
Fantastisch - Meine Grammatik:
Schrijf het in jouw schrift 🖋
Slide 35 - Tekstslide
essen
eten
ich
esse
du
i
sst
er/es/sie
i
sst
wir
essen
ihr
esst
sie/Sie
essen
ge
gess
en
gegeten
nehmen
nemen
ich
nehme
du
n
imm
st
er/es/sie
n
imm
t
wir
nehmen
ihr
nehmt
sie/Sie
nehmen
ge
nomm
en
genomen
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Lernziele
Am
Ende der Woche
kann ich...
... auf Deutsch sagen und schreiben was ich während des Tages esse.
... auf Deutsch sagen und schreiben was eine andere Person während des Tages isst.
... auf Deutsch sagen und schreiben welche Allergien ich habe, mithilfe von den Verben
können
und
dürfen
.
Slide 38 - Tekstslide
Modalverben
Alles wieder frisch im Kopf 😁
Modalverben:
Drukken
wens
,
mogelijkheid
of
verplichting
uit, namelijk:
Al gehad: mögen, müssen, wollen
Nu: können, dürfen
Later: sollen, (wissen)
Slide 39 - Tekstslide
Modalverben
Wat was er bijzonder bij de vervoeging?
Klinkerverandering bij
ich,
du
en
er/es/sie
Geen uitgang bij
ich
en
er/es/sie
können
(
kunnen
) en
dürfen
(
mogen!!!
)
Volgens dezelfde regels
Schnellhefter:
Grammatik - Verben
wollen
ich
will
du
willst
er/es/sie
will
wir
wollen
ihr
wollt
sie/Sie
wollen
Slide 40 - Tekstslide
Modalverben
kunnen
können
ich
k
a
nn
du
k
a
nn
st
er/es/sie
k
a
nn
wir
könn
en
ihr
könn
t
sie/Sie
könn
en
mogen
dürfen
ich
d
a
rf
du
d
a
r
st
er/es/sie
d
a
rf
wir
dürf
en
ihr
dürf
t
sie/Sie
dürf
en
Slide 41 - Tekstslide
Wortfolge
Zinsvolgorde in het Duits
In principe houd je het NL aan:
Jij wilt naar school gaan.
Du willst zur Schule gehen.
Slide 42 - Tekstslide
Wortfolge
Ook in bijzinnen:
Jij wilt naar school gaan,
omdat
het leuk is.
Du willst zur Schule gehen,
weil
es toll ist.
Jij wilt naar school gaan,
want
het is leuk.
Du willst zur Schule gehen,
denn
es ist toll.
Slide 43 - Tekstslide
Maar...
Meerdere infinitieven? Dan komt het
Modalverb
aan het einde.
Wij hebben op school altijd hard
moeten werken
.
Wir haben in der Schule immer fleißig
arbeiten müssen
.
Ik wil de taart
kunnen zien
.
Ich will den Kuchen
sehen können
.
Slide 44 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
V2 Woche 9
Maart 2021
- Les met
49 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Woche 2 H2 Kap 5 Einstieg und A
Januari 2024
- Les met
49 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3- Kap 6- alle grammatica en Duits eten (eind van het jaar)
Mei 2020
- Les met
53 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Woche 15 - Nieuwe grammatica & huiswerk
April 2022
- Les met
36 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Woche 15 - Nieuwe grammatica & huiswerk
April 2022
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
3 havo Kapitel 2 4 les DU 4
Oktober 2024
- Les met
23 slides
Duits
Secondary Education
K4 - Grammatik
April 2022
- Les met
45 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2tvm-vrijdag-quizizz-oefentoets-bearb
Juni 2024
- Les met
49 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2