Multimediale Producten blok 4 t/m 6 met vragen

Welke online appwinkels ken jij?
1 / 35
volgende
Slide 1: Open vraag
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke online appwinkels ken jij?

Slide 1 - Open vraag

Waar is de afkorting APP van?

Slide 2 - Open vraag

Je ontwerpt een app op:
A
2048 x 2048 pixels
B
1024 x 1024 pixels

Slide 3 - Quizvraag

Hoe meer pixels hoe meer opslagruimte je nodig hebt om een foto/film te bewaren.
A
juist
B
niet juist

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Hoe meer pixels hoe beter het beeld.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Met een filmcamera maak je 24 plaatjes per seconde.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet de samentrekking van de woorden picture en element?

Slide 7 - Open vraag

Take
Scène
Shot
Beeldopname
Beeldopname in één keer waarbij ook er iets gezegd wordt over het camerastandpunt of kader dat gebruikt wordt
Combinatie van verschillende shots

Slide 8 - Sleepvraag

Camerastandpunt
Cameravoering
Perspectief
Alles wat je de camera laat doen
De plaats waar de camera ten opzichte van personen of voorwerpen staat
Een ander woord voor camerastandpunt

Slide 9 - Sleepvraag

Ooghoogte
Vogelperspectief
Kikvorsperspectief
Two-shot
Over the schoulder
Een shot met 2 mensen erin
Neutraal shot, het voorwerp of persoon. is net zo belangrijk als de camera
Je legt de camera op de grond en je filmt naar boven. De nadruk op de voorgrond. De persoon of het voorwerp in het shot lijkt enorm groot en krachtig. 
Je filmt vanuit de lucht op iets of iemand neer. In het shot zie je veel van de omgeving. Personen en voorwerpen ogen klein en nietig.
Je filmt over de schouder van een van de personage. Zo'n shot is helemaal niet neutraal: de kijker zit midden in het gesprek. Een over-the-shoulder zie je vaak in scènes met gesprekken. De kijker wordt door een over-the-shoulder het gesprek ingezogen

Slide 10 - Sleepvraag

Extra long shot
Long shot
Medium Shot
Medium Close Up
Close up
Extreme close up
Heel ruime overzichtsopname
mensen zijn volledig zichtbaar in beeld
Alleen een detail is zichtbaar
Mensen zijn vanaf hun middel in beeld
Mensen zijn vanaf de borst/schouders in beeld
Een deel van de persoon of het voorwerp is zichtbaar, bijv. het gezicht

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Hoe noem je de speciale hijskraan voor de camera?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Je kunt een camera laten rijden. Hiervoor gebruik je een speciaal karretje. Hoe heet dit karretje?

Slide 15 - Open vraag

Hard licht
Invullicht
Zacht licht

Slide 16 - Sleepvraag

Tegelijk met het beeld heb je ook de dialoog van de acteurs opgenomen tijdens het filmen.
A
set noise
B
direct geluid

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je een vertelstem, of een gedachtestem die bijna altijd achteraf wordt opgenomen?

Slide 18 - Open vraag

Het natuurlijke geluid van de set noem je ...?
Film je bijvoorbeeld langs een drukke weg, dan is dit het geluid van het verkeer. In het bos is dit het ruisen van de bomen en het getjilp van de vogels.
A
effect geluid
B
set noise

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noem je de speciale filmtechniek, waarbij een voorwerp of persoon wordt gefilmd voor een groene achtergrond. Vaak is dat een groen scherm of groen doek.

Slide 20 - Open vraag

Fantasy film
Biografie
Drama
Horror film
Actiefilm
Kinderfilm
Komedie

Slide 21 - Sleepvraag

Audiovisuele producties
Een audiovisuele productie is een geluidsfilm, een combinatie van geluid en bewegende beelden. Er zijn veel soorten geluidsfilmen:

  1. bedrijfsfilm:                  wordt gemaakt in opdracht van een bedrijf
  2. productpresentatie: je wilt laten zien wat jouw nieuwe apparaat of product allemaal kan
  3. commercial:                 reclamefilmpjes op tv of social media
  4. documentaire:            een langere film die iets uit de werkelijkheid laat zien; geeft informatie en probeert daarbij verschillende                                              meningen over het onderwerp aan bod te laten komen. Daarom doet de documentairemaker vooraf erg                                              veel onderzoek naar het onderwerp.
  5. instructiefilm:              je legt stap voor stap uit hoe je iets moet doen
  6. reportage:                     je laat iets uit de werkelijkheid zien, maar het onderwerp is kleiner dan dat van een documentaire
  7. videoclip:                       de bewegende beelden bij een popliedje

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de naam voor een langere film die iets uit de werkelijkheid laat zien. Deze film geeft informatie en probeert daarbij verschillende meningen over het onderwerp aan bod te laten komen.
A
bedrijfsfilm
B
reportage
C
documentaire

Slide 23 - Quizvraag

Blok 6: Instructiefilm
Een instructiefilm is een korte film waarin iets wordt uitgelegd. Vaak wordt er in het filmpje voorgedaan hoe je iets moet doen. Een instructiefilmpje is een uitleg met bewegende beelden.

  • Je leert er iets van, zodat je het daarna zelf kunt doen. 
  • De film heeft een heldere opbouw en geeft aan het eind vaak een samenvatting. 
  • Er zitten geen fouten in de film, alle informatie is gecheckt door een expert. 
  • Er is rustig en netjes gefilmd, de vorm leidt niet af van de inhoud. 
  • Er wordt Algemeen Beschaafd Nederlands in gesproken. 
  • Hij duurt niet te lang, vaak maar een paar minuten. 
  • Na elk leermoment is er een paar seconde 'denkpauze'.

 

Slide 24 - Tekstslide

Een film die laat zien hoe je een wiel moet vervangen is:
A
geen instructiefilm
B
wel een instructiefilm

Slide 25 - Quizvraag

Een film die laat zien hoe een auto in een fabriek wordt gemaakt is:
A
wel een instructiefilm
B
geen instructiefilm

Slide 26 - Quizvraag

Blok 6: Script
  • In een script staat alles wat er te zien en te horen is in de film. 
  • Andere woorden voor script zijn scenario of screenplay. 
  • In een script staan alle scènes in de juiste volgorde achter elkaar.
  • Er staat nog niets in over de filmtechniek. 
  • Alleen alle dialogen en acties staan erin die je kunt filmen; geen gedachten of ideeën _> Je kunt wel de tekst (dialoog) van de voice-over in het script zetten. De voice-over komt immers van een (onzichtbaar) personage. 
  • Dialoog is wat de personages zeggen. In het script schrijf je alles wat in de film gezegd wordt letterlijk op.
  • Actie is alles wat je ziet in de film. Bijvoorbeeld dat het ene personage het andere personage een hand geeft. Schrijven dat iemand boos is, is geen actie.
  • De scènes in een script hebben allemaal hun eigen nummer. Dat is handig voor later, als je een storyboard gaat maken, of een locatielijst. 
  • Bij elke scène staat of hij binnen wordt gefilmd (INT) of buiten (EXT). 
  • Beschrijf ook hoe de locatie eruitziet (bijvoorbeeld: HUISKAMER) en of het dag of nacht is.

Slide 27 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Alleen alle dialogen en acties staan erin die je kunt filmen; geen gedachten of ideeën
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Blok 6: Voorbeeld script


Voorbeeld: 
1. EXT. STEEGJE. DAG 
Jan en Cynthia lopen samen door de steeg. Jan is een wat oudere man met een baard. Cynthia is klein en dun. Ze draagt een grote rugzak op haar rug. Ze loopt er krom van. 
JAN 
Dat ziet er zwaar uit. Wat zit er in die rugzak? 
CYNTHIA 
(Zet rugzak met een zwaai op de grond en maakt hem open.) 
Ik heb geen idee. Hij is van mijn vriend. We zullen eens kijken.

Slide 29 - Tekstslide

Waarmee begint een film/serie vaak?
A
tussenshot
B
establishing shot

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een insert?
A
een shot waarbij je iedereen in beeld ziet
B
een tussenshot waar detail in beeld komt

Slide 31 - Quizvraag

Blok 6: Storyboard 
  • In een storyboard teken je de shots van alle scènes uit het filmscript
  • In deze fase bedenk je de camerastandpunten en kaders.
  • Naast of onder de tekening schrijf je de dialoog uit die in dat shot hoort. 
  • Er is bij elke tekening ook ruimte voor opmerkingen, zoals de afkorting voor het kader en het standpunt dat wordt gebruikt. En of het een statische of bewegende camera is.
  • Het storyboard is straks een houvast voor iedereen die aan de film meewerkt; voor de cameraman, de acteurs, maar ook voor de persoon die de shots in de montagekamer aan elkaar plakt. 
  • Door de tekeningen kunnen ze zien waar de camera moet staan, wat het kader is en in welke volgorde de shots achter elkaar worden gezet.
  • Het is dus belangrijk om een storyboard te hebben. 
  • Maar het is niet belangrijk dat je een goede tekenaar bent. De beste regisseurs uit Hollywood tekenen zelf regelmatig stukjes storyboard om de cameravoering uit te leggen. Ze tekenen dan harkpoppetjes.
  • Dankzij het uitgebreide storyboard kun je controleren of je alle shots hebt gefilmd.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Blok 6: Productie film
Bij een grote film bestaat de productie uit een team van regelneven. De productie regelt:
  • Wanneer welke scènes worden opgenomen? 
  • Op welke locatie dat is? 
  • Wie moeten er op die dag bij de opnamen aanwezig zijn? 
  • Dat de filmapparatuur aanwezig is. 
  • Welke props of rekwisieten zijn nodig? (zijn alle voorwerpen die je in je film nodig hebt)
  • Hoeveel tijd kost het opnemen van elke scène? 
  • Wanneer heeft iedereen pauze heeft en ook of er voldoende koffie en thee is.
  • Welke opnamen handig met elkaar gecombineerd kunnen worden
  • De audities voor de acteurs

Slide 34 - Tekstslide

Blok 6: Draaischema en draaiboek
  • Als je een grotere film maakt, heb je aan één filmdag niet genoeg. Je hebt dan meerdere draaidagen nodig. Draaidagen zijn dagen waarop je bezig bent met het opnemen van de film. 
  • Hoe langer de draaiperiode duurt, hoe belangrijker het is dat er een draaischema is. In het draaischema kunnen de medewerkers voor elke draaidag de informatie vinden.
  •  In een draaischema staat: 
       - Op welke datum filmen we? 
       - Welke scènes filmen we die dag? 
       - Op welke locatie is het? 
       - Hoe lang duurt het? 
  • Een draaiboek is nog uitgebreider dan een draaischema. In een draaiboek is per scène aangegeven in welke volgorde je de scène wilt opnemen. Neem je eerst alle long shots, en daarna alle close-ups van die scène? Het is te vinden in het draaiboek.

Slide 35 - Tekstslide