carnaval quiz

Vastelaovend - Quiz
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Vastelaovend - Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Werk samen met je buurman of buurvrouw!
Let ook goed op bij het volgende filmpje en lees de vragen daarna goed, je krijgt hier quizvragen over!!!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

In welke 2 provincies vieren de meeste mensen vastelaovend?
A
Noord-Holland en Limburg
B
Noord-Brabant en Gelderland
C
Limburg en Zeeland
D
Limburg en Noord-Brabant

Slide 5 - Quizvraag

In welke maand wordt het vastelaovend seizoen geopend?
A
Januari
B
December
C
November
D
Februari

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je de aanhang van een carnavalsprins?
A
De raad van Elf
B
Prinsengevolg
C
Prins en Prinses
D
De vastelaovendvereniging

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je de woensdag na vastelaovend?
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag

Slide 9 - Quizvraag

In welk land werd vastelaovend voor het eerst gevierd?
A
België
B
Italië
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 10 - Quizvraag

Wat doe je na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan

Slide 11 - Quizvraag

Hoe lang duurt de vastenperiode?
A
30 dagen
B
40 dagen
C
45 dagen
D
60 dagen

Slide 12 - Quizvraag

Welke Zuid-Amerikaans land staat bekend om het zomercarnaval?
A
Brazilië
B
Italië
C
Spanje
D
België

Slide 13 - Quizvraag

Welke vis wordt traditioneel gegeten op aswoensdag?
A
Kabeljauw
B
Tonijn
C
Paling
D
Haring

Slide 14 - Quizvraag

Op welk tijdstip wordt het carnavalsseizoen geopend?
A
11:14 uur
B
11:11 uur
C
12:11 uur
D
10:11 uur

Slide 15 - Quizvraag

Met welk feest wordt de vastenperiode afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video