Vakbekwaam Nederlands

Domein 2 - taalvaardigheid
Leesvaardigheid
Schrijfvaardigheid
Luister- en kijkvaardigheid

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Domein 2 - taalvaardigheid
Leesvaardigheid
Schrijfvaardigheid
Luister- en kijkvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Subdomein 1 - leesvaardigheid

Slide 2 - Tekstslide

Benoem de tekstsoort
Je krijgt zo drie verschillende teksten te zien. Benoem de tekstsoort van de teksten. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is de tekstsoort van dit filmpje?
A
Instructieve tekst
B
Informatieve tekst
C
Betogende tekst
D
Amuserende tekst

Slide 5 - Quizvraag

Waarom is het een informatieve tekst, denk je?

Slide 6 - Open vraag

Hierna volgt een link naar een website.

Wat is de tekstsoort van de tekst op de website?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Wat is de tekstsoort van deze tekst?
A
Instructieve tekst
B
Informatieve tekst
C
Betogende tekst
D
Amuserende tekst

Slide 9 - Quizvraag

Waarom is het een betogende tekst denk je?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de tekstsoort van deze tekst?
A
Instructieve tekst
B
Informatieve tekst
C
Betogende tekst
D
Amuserende tekst

Slide 12 - Quizvraag

Waarom is het een instructieve tekst?

Slide 13 - Open vraag

Subdomein 2 - schrijfvaardigheid 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe nuttig zijn schrijfstrategieën? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open vraag

Wanneer gebruik je informeel taalgebruik?

Slide 16 - Open vraag

Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik?

Slide 18 - Open vraag

Wat is een uitdrukking en wanneer wordt dit gebruikt?

Slide 19 - Open vraag

Wat zijn spreekwoorden en wanneer worden die gebruikt?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het verschil tussen uitdrukkingen en spreekwoorden?

Slide 21 - Open vraag

Waarom is de samenhang tussen tekstopbouw en structuur waardevol?

Slide 22 - Open vraag

Subdomein 3 - spreek- en luistervaardigheid

Slide 23 - Tekstslide

Je wilt een Peugeot kopen. De verkoper vertelt jou dat de Renault in zijn showroom vergelijkbaar is met de Peugeot die jij wilt én betere functies heeft. Je besluit de Renault te kopen i.p.v. de Peugeot. Met welk luisterproces hebben wij hier te maken?
A
Cognitieve dissonantie
B
Inhoudsniveau
C
Betrekkingsniveau

Slide 24 - Quizvraag

Licht je antwoord op de volgende vraag toe.

Slide 25 - Open vraag

Betrekkingsniveau
Inhoudsniveau
Wat er wordt gezegd.
De manier waarop de boodschap moet worden opgevat
Boodschap wordt non-verbaal gecommuniceerd
Boodschap wordt d.m.v. een bevel, (in)direct verzoek, vraag etc. gecommuniceerd.

Slide 26 - Sleepvraag

Welke kijk- en/of luisterstrategie past men toe bij de volgende situatie? Licht je antwoord toe.

Een leerling kijkt naar een YouTubefilmpje om te begrijpen hoe het meewerkend voorwerp werkt voor een proefwerk dat hij moet leren.

Slide 27 - Open vraag

Welke kijk- en/of luisterstrategie past men toe bij de volgende situatie? Licht je antwoord toe.

Om te bepalen of je een film in de bioscoop wilt bekijken, kijk je naar de trailer.

Slide 28 - Open vraag

Welke kijk- en/of luisterstrategie past men toe bij de volgende situatie? Licht je antwoord toe.

Je bent in een documentaire voor een werkstuk op zoek naar de aanleiding van de Beeldenstorm.

Slide 29 - Open vraag