Woordenlijst taalverzorging
De volgende woorden moet je kennen en goed kunnen spellen voor de toets:apotheek chauffeur informatie reclame temperatuur
bladzijde etalage lichaam schouder theorie
blauw februari nauwkeurig seizoen twijfel
blokkade hoeveelheid oktober spiegel vrouwelijk
patiënt pyjama tennisracket televisie