In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Spelling pv in samengestelde zinnen.
Slide 1 - Tekstslide
Even terug....
Slide 2 - Tekstslide
Afspraken
Spullen bij je hebben: pen, boek, laptop
niet bij = Somtoday
2x niet bij = schrijfopdracht. Gemiste opdrachten 3x opschrijven en laten zien. Niet = mail ouders
Slide 3 - Tekstslide
Afspraken
Praten: tijdens uitleg stil, lukt dit niet, 1x waarschuwing, daarna opstel schrijven. Onderwerp krijg je van docent. Niet = mail mentor en ouders en volgende les eerst opdracht afschrijven, daarna pas de les in. Betekent = absent in Somtoday
Slide 4 - Tekstslide
Afspraken
werken in de les.
Als er een opdracht wordt gegeven, ga je aan het werk. Niets doen is geen optie. Niets doen = extra werk + huiswerk.
Bij 2 waarschuwingen = mail mentor en ouders.
Slide 5 - Tekstslide
Vragen hierover?
Slide 6 - Tekstslide
Lesdoel
Ik kan de persoonsvorm in samengestelde zinnen correct spellen.
Slide 7 - Tekstslide
Lees onderstaande zin. Wat gebeurt er met de persoonsvorm als je de zin vragend maakt?
Op het schoolplein dansten de leerlingen tot laat in de avond.
A
de pv komt achteraan te staan
B
de pv komt vooraan te staan
Slide 8 - Quizvraag
Lees onderstaande zin. Wat gebeurt er met de persoonsvormen als je de zin vragend maakt?
De scooter van Isam werd gestolen, toen hij een broodje kocht.
A
de ene pv vooraan te staan, maar de andere pv blijft achter in de zin staan
B
beide pv's komen vooraan in de zin te staan
C
niets
Slide 9 - Quizvraag
Even opfrissen
Een enkelvoudige zin is een zin met één persoonsvorm.
Voorbeeld: Op het schoolplein dansten (pv) de leerlingen tot laat in de avond.
Een samengestelde zin is een zin met meer persoonsvormen.
Voorbeeld: De scooter van Isam werd(pv) gestolen, toen hij een broodje kocht (pv).
Slide 10 - Tekstslide
Zo vind je de persoonsvormen in samengestelde zinnen.
Probeer alle werkwoorden van tijd te veranderen. De werkwoorden waarbij dat kan, zijn persoonsvormen, de andere werkwoorden zijn infinitief (hele werkwoord), voltooid deelwoord of onvoltooid deelwoord.
Dus de zin vragend maken is geen goed idee! Je vindt dan maar één persoonsvorm.
Slide 11 - Tekstslide
Een voorbeeld
– In het verleden hebben robots vooral klusjes uitgevoerd in en om ons huis, maar het lijkt erop dat op den duur zelfs onze auto’s robots zullen zijn.
– In het verleden hadden (pv) robots vooral klusjes *uitgevoerde (vd) in en om ons huis, maar het leek (pv) erop dat op den duur zelfs onze auto’s robots zouden (pv) *waren (inf). Het sterretje (*) betekent ‘kan niet’.
De werkwoorden hebben, lijkt en zullen kun je van tijd veranderen. Het zijn dus persoonsvormen; uitgevoerd en zijn kun je niet van tijd veranderen en dat zijn dus geen persoonsvormen: uitgevoerd is een voltooid deelwoord en zijn is een infinitief.
Slide 12 - Tekstslide
Oefenen
Even een paar quizvragen om te oefenen met het vinden van het aantal persoonsvormen.
Slide 13 - Tekstslide
Hoeveel persoonsvormen staan er in onderstaande zin?
Door het donkere bos liepen vreemde, groen geverfde mannetjes.
A
1
B
2
C
3
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel persoonsvormen staan er in onderstaande zin?
Wil je een ijsje of wil je een kaassoufflé?
A
1
B
2
C
3
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel persoonsvormen staan er in onderstaande zin?
Heb je het appje dat Floris gestuurd heeft, wel gelezen?
A
1
B
2
C
3
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel persoonsvormen staan er in onderstaande zin?
Het kaassouffleetje dat ik gisteren at, was niet echt lekker, doordat het niet gaar was.